Aanvullende nieuwsbrief NOW-regeling

02 april, 2020

Op 31 maart 2020 is de NOW-regeling gepubliceerd. We informeerden u eerder al kort over de highlights van de regeling in onze algemene corona-nieuwsbrief. In deze nieuwsbrief informeren wij u uitgebreider over de inhoud van de regeling en wijzen wij u op een aantal belangrijke aandachtspunten.

De regeling ondersteunt werkgevers die geconfronteerd worden met een omzetdaling van ten minste 20% over een aaneengesloten periode van 3 maanden met een tegemoetkoming in de loonkosten van maximaal 90% naar rato van de omzetdaling. In de regeling staat dat een aanvraag kan worden ingediend vanaf 14 april 2020, maar het UWV streeft ernaar dat bedrijven vanaf maandag 6 april 2020 een aanvraag voor de subsidie kunnen indienen. Of de datum van 6 april gehaald zal worden is op dit moment nog niet duidelijk.

In deze nieuwsbrief wordt u geïnformeerd over het proces van de twee fasen in de regeling: het aanvragen van het voorschot (= de aanvraagfase) en de vaststelling van de subsidie (= de vaststellingsfase). Tevens wordt uitgelegd hoe de berekeningen gemaakt worden om te bepalen hoe hoog het voorschot is dat zal worden betaald, alsmede hoe achteraf de definitieve omvang van de subsidie wordt bepaald. Indien er per onderdeel nog bijzondere aandachtspunten zijn, wordt u daarover na het bespreken van de twee fasen geïnformeerd.

De NOW-regeling is verdeeld in twee fasen

1. De aanvraagfase

  • De werkgever vraagt de subsidie aan bij het UWV met het elektronisch formulier dat het UWV daarvoor beschikbaar stelt.
  • Werkgever kiest een aaneengesloten (meet)periode van drie kalendermaanden beginnend op de eerste dag van de kalendermaand, binnen de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020.
  • In deze meetperiode dient een minimale omzetdaling van 20% verwacht te worden.
  • De keuze voor de meetperiode van omzetdaling, kan alleen bij de aanvraag worden gemaakt en kan nadien niet meer worden gewijzigd.
  • De werkgever maakt een prognose van de verwachte omzet in de meetperiode.
  • Deze omzet wordt vergeleken met de referentie-omzet (= de jaaromzet van 2019 / 4).
  • Bij de aanvraag wordt in beginsel uitgegaan van de loonsom van januari 2020.
  • De loonsom van januari 2020 wordt vermenigvuldigd met 3 (maanden), met 1,3 (zijnde 30% als forfaitaire opslag voor werkgeverslasten) en vermenigvuldigd met 0,9 (omdat bij de vaststelling maximaal 90% van de loonsom gesubsidieerd kan worden).
  • De uitkomst van de loonsom wordt vermenigvuldigd met de verwachte omzetdaling.
  • 80% van de uitkomst van dit bedrag wordt als voorschot toegekend. Let op! Het voorschot is dus niet 80% van de loonsom, maar 80% van 90% van de loonsom.
  • Het UWV dient formeel binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing te nemen.
  • Het streven is echter om in de praktijk binnen 2-4 weken na ontvangst van de aanvraag de eerste voorschotten uit te betalen.
  • De subsidie wordt in beginsel verleend voor de duur van 3 maanden.
  • Het voorschot wordt betaald in drie termijnen.

2. De vaststellingsfase

  • Binnen 24 weken na afloop van de subsidieperiode, vraagt de werkgever vaststelling van de subsidie aan met het elektronisch formulier dat het UWV daarvoor beschikbaar stelt.
  • Indien de werkgever niet binnen 24 weken een aanvraag voor vaststelling doet, wordt de subsidieverlening ingetrokken. Het voorschot is dan onverschuldigd betaald en wordt volledig teruggevorderd.
  • De werkgever levert bij de aanvraag voor de vaststelling de definitieve gegevens over de omzetdaling in de meetperiode aan, een accountantsverklaring en een verklaring dat is voldaan aan de verplichtingen van de regeling.
  • De hoogte van de uiteindelijke subsidie wordt berekend door de definitieve omzetdaling te vermenigvuldigen met de loonsom die ook bij de aanvraag is gebruikt (aldus loonsom in beginsel van januari 2020 * 3 * 1,3 * 0,9). Let op! Bij een omzetdaling van 100% kan aldus maximaal 90% van de loonsom worden ontvangen als subsidie.
  • Op de loonsom die gebruikt is bij de aanvraag en nu wordt gebruikt bij de vaststelling van de subsidie, kunnen correcties worden aangebracht, onder andere indien:
  • a) aan de werkgever uitkeringen van het UWV zijn uitgekeerd in de maanden maart, april en mei 2020 die bij de loonsom zijn inbegrepen;
  • b) indien de werkgever in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 voor een werknemer een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen heeft ingediend en deze niet tijdig heeft ingetrokken;
  • c) indien de loonsom in de maanden maart, april en mei 2020 lager was dan de loonsom van januari 2020.
  • Het UWV beslist binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag voor vaststelling van de subsidie.
  • Het UWV kan een gedeelte van het voorschot dat te veel is betaald terugvorderen of een nabetaling doen.

Het subsidiebedrag is gebaseerd op de loonsom

  • In de regeling wordt met het begrip ‘loon’, het loon zoals bedoeld in de Wet op Loonbelasting 1964 uit tegenwoordige dienstbetrekking bedoeld.
  • Voor de berekening van de subsidie wordt gekeken naar de loonsom. Dit is het loon van alle verplicht voor de sociale verzekeringen verzekerde werknemers behorende tot een loonheffingennummer.
  • Bij de berekening van het voorschot wordt aangesloten bij de loonsom over een referteperiode van één maand (in beginsel de maand januari 2020, doch indien deze gegevens niet voor handen zijn, de maand november 2019).
  • Let op! Zijn over de maand januari 2020 of november 2019 geen loongegevens bekend in de polisadministratie van het UWV, dan kan geen subsidie worden toegekend.
  • Voor aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies, werknemersbijdragen aan pensioen en opbouw van vakantiebijslag wordt een forfaitaire opslag van 30% op de loonsom toegepast.
  • Er geldt een maximum van twee maal het maximumdagloon per maand per individuele werknemer (€ 9.538,00 per maand).
  • Per loonheffingennummer dient één aanvraag voor de subsidie ingediend te worden.

Voor de definitie van omzet wordt aangesloten bij de omzet uit de jaarrekening

  • In beginsel kunnen alle rechtspersonen (groot, middelgroot of klein) de netto-omzet afleiden uit de jaarstukken of uit de aangiften bij de Belastingdienst.
  • Voor vennootschappen waar de term ‘omzet’ vreemd is, worden ook andere baten en opbrengsten als omzet gezien voor deze regeling.
  • Voor werkgevers die onderdeel zijn van een groep geldt dat de omzetdaling die verwacht wordt voor de gehele groep (met uitzondering van buitenlandse vennootschappen die geen Nederlands SV-loon hebben) dient te worden opgegeven.

De werkgever heeft een inspanningsverplichting om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden

  • De werkgever dient alle werknemers (vaste en flexwerkers) zo veel mogelijk te behouden door hun dienstverbanden voort te zetten en de lonen door te betalen.
  • Als de loonsom over de maanden maart, april en mei 2020 daalt ten opzichte van de referteperiode voor het voorschot (januari 2020), dan resulteert dat in een verlaging van de subsidie.
  • Als de loonsom over de maanden maart, april en mei 2020 stijgt ten opzichte van de referteperiode voor het voorschot (januari 2020), dan resulteert dat niet in een verhoging van de subsidie.

Werkgevers die subsidie aanvragen en/of ontvangen mogen geen ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indienen

  • Deze harde verplichting geldt in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 mei 2020.
  • Het gaat enkel om ontslagaanvragen op de a-grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub a BW (ontslagaanvragen wegens bedrijfseconomische redenen).
  • Het is niet relevant of het UWV de aanvraag toewijst of afwijst.
  • De verplichting geldt dus niet voor andere ontslagen. Het sluiten van een vaststellingsovereenkomst, een proeftijdontslag, het starten van een ontbindingsprocedure of het niet verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is dus in beginsel mogelijk in de periode waarin het voorschot wordt ontvangen. Let daarbij wel op de bevoegdheid van het UWV om de vaststelling van de subsidie in te trekken of te wijzigen indien de werkgever door zijn handelen of nalaten tijdens of na de periode waarover hij subsidie heeft ontvangen geacht wordt niet te hebben voldaan aan het doel van de regeling.
  • De verplichting geldt niet voor ontslagaanvragen wegens bedrijfseconomische redenen die zijn ingediend bij het UWV in de periode van 1 maart tot en met 17 maart 2020.
  • Ontslagaanvragen wegens bedrijfseconomische redenen die zijn ingediend na 18 maart 2020 kunnen eventueel nog binnen een korte periode van 5 werkdagen worden ingetrokken.
  • Het loon van de werknemer voor wie ontslag wegens bedrijfseconomische redenen is aangevraagd wordt verhoogd met 50% en het totaal hiervan wordt in mindering gebracht op de totale loonsom die gebruikt wordt in de berekening van de vaststelling van de subsidie.
  • Let hiermee dus op! Vanwege opzegtermijnen zal het loon veelal doorbetaald moeten worden, terwijl dit loon + 50% daarvan dus niet wordt meegenomen in de berekening van de vaststelling van de subsidie.

Afsluitende aandachtspunten

  • De regeling legt de werkgevers die een aanvraag doen op grond van de regeling naast de twee hierboven genoemde verplichtingen nog een aantal verplichtingen op, zoals het informeren van het medezeggenschapsorgaan of de werknemers over de subsidieverlening, het voeren van een controleerbare administratie en het onverwijld informeren van het UWV indien zich andere omstandigheden voordoen die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.
  • Het UWV kan de subsidieverlening weigeren, de betaling van het voorschot opschorten, het voorschotbedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, de vaststelling van de subsidie intrekken of wijzigen en aangifte doen bij het Openbaar Ministerie indien er een redelijk vermoeden van een strafbaar feit is.
  • Werkgevers die al gebruik maken van een verleende ontheffing op het verbod van werktijdverkorting kunnen deze niet verlengen. Na afloop van de ontheffingsperiode kunnen zij een aanvraag indienen voor een subsidie van de NOW-regeling. Samenloop tussen de betalingen van werkloosheidsuitkeringen en het voorschot op de subsidie, maakt dat de werkloosheidsuitkeringen in mindering worden gebracht op de loonsom van maart, april en mei 2020 (bij de berekening van de vaststelling van de subsidie).
  • De aanvragen van werkgevers op de werktijdverkorting die tot 17 maart 2020, 18:45 uur zijn ingediend en waarop nog niet is beslist, worden aangemerkt als aanvragen voor een subsidie op grond van de NOW-regeling. Deze werkgevers krijgen 4 weken de tijd om de gegevens voor de aanvraag aan te vullen.

Minister Koolmees heeft in de persconferentie op 31 maart 2020 herhaaldelijk aangegeven dat de regeling op korte termijn opgezet moest worden en uitgevoerd moet kunnen worden. De regeling voorziet dan ook niet in mogelijkheden om maatwerk te leveren voor bepaalde branches of werkgevers.

Heeft u vragen over de toepassing van de NOW-regeling op uw onderneming, neem dat vrijblijvend contact op met een van de arbeidsrechtadvocaten van Thuis Partners advocaten.

Geschreven door

Was dit artikel nuttig?

Wij bespreken graag uw persoonlijke situatie tijdens een vrijblijvende kennismaking met een voor uw situatie relevante specialist.

Een van onze adviseurs neemt binnen uiterlijk één werkdag contact met u op om samen een afspraak in te plannen