Wie hulp zoekt, moet kunnen rekenen op goede en veilige zorg. Verkrachting, aanranding, maar ook seksuele toespelingen mogen niet. Ook mag een zorgverlener geen seksuele relatie aangaan met een patiënt. Dit alles valt te lezen in de welbekende brochure ‘Het mag niet, het mag nooit: seksuele intimidatie door hulpverleners in de gezondheidszorg’ van de Inspectie gezondheidszorg en Jeugd.[1]
Toch gaat het helaas vaak mis. Maar liefst een kwart van de artsen heeft zelf wel eens gevoelens voor een patiënt gehad. Dat blijkt uit onderzoek van MedNet.[2] De gevolgen kunnen groot zijn. Volgens vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege is in het geval van een seksuele relatie tussen zorgverlener en patiënt(e) ten minste een schorsing van de inschrijving in het BIG-register passend en geboden. Afhankelijk van de omstandigheden, zoals het gevaar voor herhaling, de gebleken mate van zelfinzicht die de zorgverlener heeft verkregen in de oorzaken van zijn grensoverschrijdend gedrag, de door de zorgverlener zelf reeds getroffen maatregelen, kan een schorsing al dan niet voorwaardelijk zijn. Maar hoe voorkom je als instelling dat zorgmedewerkers over de scheef gaan en een seksuele relatie met een patiënt aanknopen? Hieronder geef ik u 5 tips, afgeleid uit de recente ‘Toezichtsvisie Toezicht op een veilige zorgrelatie van de IGJ (2022)[3], waarmee u kan voorkomen dat uw zorgmedewerkers over de scheef gaan en een seksuele relatie met een patiënt aanknopen .
Tips & tricks: voorkomen is beter dan genezen
- Onderzoek het arbeidsverleden van sollicitanten. Vraag daarbij actief referenties op bij eerdere werkgevers en informeer ook altijd bij de IGJ dat de wijze waarop de betreffende zorgverlener in het verleden heeft gefunctioneerd, er niet aan in de weg staat bij het inzetten van die zorgverlener in uw zorgorganisatie. Op die manier kunt u mogelijk voorkomen dat u een zorgverlener in huis haalt die eerder is ontslagen vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag.
- Informeer (nieuwe) medewerkers actief en periodiek over de gedragsregels op het gebied van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Draag zorg voor een aanspreekcultuur. Meestal ontstaat seksueel grensoverschrijdend gedrag namelijk niet met een vooropgezette, kwade bedoeling van een zorgverlener. Vaker is er sprake van een ‘glijdende schaal’: een zorgverlener begeeft zich langzaamaan in grijs gebied en neemt schijnbaar onschuldige beslissingen, die eindigen in grensoverschrijding(en). Tijdens dat proces zijn er meerdere momenten waarop de betreffende zorgverlener of de (professionele) omgeving (denk aan collega’s) kan ingrijpen om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen.
- Wees alert op risicofactoren voor grensoverschrijdend gedrag. Zo gaan zorgverleners die in een instabiele stressvolle privésituatie (denk aan relatieproblemen) of met eigen onverwerkte trauma’s kampen relatief vaker over de scheef. Meerdere van dergelijke casus heb ik helaas in de praktijk gezien.
- Maak uw zorgmedewerkers weerbaarder op het gebied van het bewaken van de eigen grenzen. Leer hen (bijvoorbeeld) om te gaan met seksuele toespelingen van een patiënt(e);
- Stel een aandachtsfunctionaris aan (bijv. een contact- of vertrouwenspersoon) waar zorgmedewerkers naar toe kunnen gaan als zij bang zijn dat er grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt of gaat plaatsvinden.
[1] https://www.igj.nl/binaries/igj/documenten/brochures/2016/12/08/het-mag-niet-het-mag-nooit/IGJ+Brochure_Het+mag+niet+het+mag+nooit.pdf
[2] https://www.mednet.nl/nieuws/kwart-van-artsen-heeft-wel-eens-gevoelens-voor-patient-gehad/
[3] https://www.igj.nl/publicaties/publicaties/2022/01/20/toezichtvisie-toezicht-op-een-veilige-zorgrelatie
Hoe voorkom je als instelling dat zorgmedewerkers over de scheef gaan?