Inleiding
Klanten die facturen onbetaald laten of zelfs failliet gaan zijn een doorn in het oog van ondernemers. Voor leveranciers kan een eigendomsvoorbehoud een belangrijk instrument zijn om de schade bij betalingsonmacht van afnemers te beperken. Indien er geen sprake is van een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud – bv. indien het niet is bedongen of wanneer de algemene voorwaarden waarin het eigendomsvoorbehoud is opgenomen ongeldig worden verklaard – kan het recht van reclame nog als laatste redding dienen om de schade zoveel mogelijk te beperken.
Het recht van reclame
Het recht van reclame is een door de wet aan de verkoper (“leverancier”) toegekend recht om een (een gedeelte van) een geleverde zaak terug te vorderen (te revindiceren) wanneer de koper (“afnemer”) de koopprijs niet (geheel) heeft voldaan (art. 7:39 BW). Het recht van reclame bestaat van rechtswege en hoeft niet vooraf te zijn overeengekomen. Iedere leverancier kan hiervan aldus gebruik maken mits aan de daarvoor geldende (wettelijke) vereisten is voldaan.
Vereisten voor inroeping recht van reclame
De reikwijdte van het recht van reclame is beperkt tot koop en ruil. Voorts kan het slechts worden ingeroepen ten aanzien van roerende zaken die geen registergoed zijn. Bovendien moet de betreffende zaak zich nog “in dezelfde staat” bevinden. Dit houdt kort gezegd in dat er geen wijzigingen aan de verkochte zaak mogen zijn aangebracht, deze ook niet mag zijn gemonteerd en/of verwerkt en/of verbruikt. Het recht van reclame kan eveneens niet worden ingeroepen ten aanzien van een derde aan wie de zaak is doorverkocht en geleverd, die redelijkerwijze geen rekening hoefde te houden met de uitoefening van het recht van reclame. Daarnaast zijn er nog een aantal andere derden(verkrijgers) waartegen het recht van reclame niet kan worden ingeroepen, maar het gaat buiten het bestek van dit artikel daar verder op in te gaan. Evenals bij het eigendomsvoorbehoud kan de inroeper van het recht van reclame de geleverde zaak slechts terugvorderen voor zover hij kan aantonen dat de betreffende specifieke zaak door hem is geleverd. Zijn er meerdere leveranciers die dezelfde zaak hebben geleverd, dan moet de inroeper van het recht van reclame kunnen bewijzen welke van die zaken door hem is geleverd.
Last but not least, dient het recht van reclame schriftelijk jegens de afnemer worden ingeroepen binnen de daarvoor geldende (korte) vervaltermijnen zijnde 1) uiterlijk zes weken na de opeisbaarheid van de vordering tot betaling van de koopprijs (lees: ontvangst factuur of datum faillissement) of 2) zestig dagen na opslag van de zaak onder de koper of bij een derde in opdracht van de koper, waarbij de termijn die het laatst verstrijkt beslissend is. Indien het recht van reclame niet binnen deze termijnen wordt ingeroepen, dan komt het te vervallen en kan er geen beroep meer op worden gedaan.
Gevolgen inroeping recht van reclame
Een succesvolle inroeping van het recht van reclame leidt tot ontbinding van de (koop)overeenkomst. Groot voordeel van het recht van reclame ten opzichte van de “normale” wettelijke ontbinding is de zgn. goederenrechtelijke werking, hetgeen met zich meebrengt dat bij inroeping daarvan de eigendom automatisch terugkeert naar de leverancier. Het recht van reclame behoudt daarmee ook zijn werking in het geval van faillissement of surseance van betaling van de leverancier! Bij een rechtsgeldig beroep op het recht van reclame dient de curator/bewindvoerder de niet betaalde geleverde zaken terug te geven dan wel binnen de daarvoor gestelde termijn de koopprijs te voldoen of zekerheid daarvoor te stellen. De inroeper van het recht van reclame heeft tevens geen last van een bezitloos pandrecht, bodembeslag van de belastingdienst of een beslaglegging ten laste van de afnemer.
Recht van reclame: een goed bewaard geheim wapen
Kortom, het recht van reclame kan een sterk (alternatief) wapen vormen in geval van betalingsonmacht/faillissement van afnemers. Vreemd genoeg zijn veel leveranciers niet bekend met de mogelijkheid tot het inroepen van het recht van reclame, zodat hier in de praktijk weinig gebruik van wordt gemaakt. Echter, het bedingen van een goed geformuleerd eigendomsvoorbehoud verdient nog wel altijd de voorkeur. Immers, de wet biedt de mogelijkheid om een zgn. uitgebreid eigendomsvoorbehoud te bedingen dat zich uitstrekt tot alle openstaande vorderingen van de leverancier. Met andere woorden: zolang niet alle openstaande vorderingen door de betreffende afnemer zijn voldaan, geldt het eigendomsvoorbehoud ten aanzien van alle (eerder) door de leverancier geleverde goederen. De werking van het recht van reclame is daarentegen beperkt tot (het gedeelte van) de zaken die niet door de afnemer zijn betaald.
Wenst u advies bij het opstellen of afdwingen van een eigendomsvoorbehoud of heeft u assistentie nodig bij het inroepen van het recht van reclame; neem dan contact met ons op.
Deze bijdrage is geschreven door mr. Philippe van den Heuvel (Advocaat, sectie ondernemings- en insolventierecht; pvdheuvel@thuispartners.nl).