In een uitspraak van 30 januari 2024 heeft de grote kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) bepaald dat er voortaan vaker dan voorheen moet worden aangenomen dat een termijnoverschrijding van een bezwaar- en beroepschrift verschoonbaar is. Met deze ruimhartigere benadering wil het CBB, bestuursorganen en bestuursrechters zoveel mogelijk ruimte bieden om van geval tot geval maatwerk te leveren. Daarmee zullen burgers voortaan vaker een inhoudelijk oordeel over hun bezwaar of beroep krijgen. In deze bijdrage worden de belangrijkste overwegingen op een rijtje gezet.
Juridisch kader
Volgens het CBB werd de lat door bestuursrechters te hoog gelegd bij het beoordelen van termijnoverschrijdingen. Deze uitspraak brengt daar verandering in, voortaan zullen termijnoverschrijdingen sneller geaccepteerd worden. Conform de wet wordt een termijnoverschrijding als gerechtvaardigd beschouwd als het redelijkerwijs niet kan worden gezien als een fout van degene die het bezwaar- of beroepschrift heeft ingediend. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de bijzondere omstandigheden. Als het evident is dat de termijnoverschrijding niet aan de indiener kan worden toegeschreven, moet vervolgens worden beoordeeld of het bezwaar- of beroepschrift zo spoedig mogelijk is ingediend. Is er aan deze voorwaarden voldaan dan is de termijnoverschrijding verschoonbaar.
Bijzondere omstandigheden
Het beoordelen van deze bijzondere omstandigheden zal voortaan per individueel geval gebeuren. Het CBB heeft geoordeeld dat er meer rekening moet worden gehouden met bijzondere omstandigheden aan de zijde van de indiener. Hierbij worden genoemd persoonlijke omstandigheden (psychisch onvermogen, ernstige ziekte, ongeval), alsook externe omstandigheden (natuurramp, brand in een woning, besmettelijke dierenziekte). Als er bijzondere omstandigheden zijn, zal de persoon die het bezwaar of beroep indient niet zo snel worden verweten dat hij of zij de termijnoverschrijding had kunnen voorkomen door bijvoorbeeld een hulpverlener in te schakelen of een voorlopig bezwaar in te dienen.
Geringe verwijtbaarheid
De wet biedt het bestuursorgaan en de bestuursrechter ook enige ruimte om in gevallen waarin sprake is van slechts een kleine mate van schuld, deze niet aan de indiener toe te rekenen. De mate van verwijtbaarheid wordt beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Hierbij kunnen onder meer de volgende factoren relevant zijn:
- De hoedanigheid van de indiener (burger, onderneming, belangenorganisatie);
- De grootte van een onderneming en de wijze waarop deze georganiseerd is;
- De mate van deskundigheid en professionaliteit van de indiener;
- De duur van de termijnoverschrijding;
- Of er een derde met een tegengesteld belang is.
Zo spoedig als dit redelijkerwijs kan worden verlangd
Eveneens vindt er met deze uitspraak een verruiming van de termijn “zo spoedig mogelijk” plaats. Voorheen werd het indienen van een bezwaar- of beroepschrift binnen twee weken na kennisname van een genomen besluit als niet verwijtbaar te laat beschouwd, maar nu wordt deze termijn verlengd tot zes weken (deze termijn geldt enkel voor besluiten waarvoor de wettelijke bezwaar- of beroepstermijn ook zes weken bedraagt).
Deze bijdrage is geschreven door mr. Rick Jongen