Woningsluitingen na drugsvondst: een overzicht van de Raad van State

24 september, 2019

Op grond van de Opiumwet kan de burgemeester een woning (of een bedrijfsruimte) voor een bepaalde periode sluiten, als in dat pand drugs wordt aangetroffen. Burgemeesters maken van deze bevoegdheid regelmatig gebruik en hierover wordt vaak geprocedeerd. In een uitspraak van 28 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2912) geeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een overzicht over de manier waarop zij als hoogste bestuursrechter een woningsluiting door de burgemeester toetst. Deze uitspraak is interessant voor bewoners, maar zeker ook voor burgemeesters en verhuurders.

Belangenafweging

De burgemeester heeft een discretionaire bevoegdheid om een woning te sluiten. Dat betekent dat woningsluiting na een drugsvondst kan, maar niet hoeft. Om tot een besluit te komen, dient de burgemeester alle betrokken belangen af te wegen. Die belangenafweging is vaak voer voor discussie. De Afdeling geeft daarom in deze overzichtsuitspraak meer duidelijkheid over hoe die besluitvorming wordt getoetst.

(1) Noodzakelijkheid

Allereerst moet worden bekeken in hoeverre de woningsluiting noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de nabije omgeving, en het herstel van de openbare orde. Deze beoordeling wordt gedaan aan de hand van de ernst en de omvang van de overtreding. Daarbij is de aanwezigheid van 0,5 gram harddrugs of 5 gram softdrugs in beginsel voldoende voor een sluiting. Is echter sprake van een geringe overschrijding, dan moet de burgemeester onderzoeken of een minder ingrijpende maatregel dan sluiting volstaat. Ook recidive is hierbij van belang: als daar sprake van is, zal de noodzaak tot woningsluiting groter zijn. Bovendien speelt de locatie van de woning een rol bij het beoordelen van de noodzaak. Als de woning in een voor drugscriminaliteit kwetsbare wijk ligt, is er eerder noodzaak tot sluiting.

(2) Evenredigheid

Als de noodzaak tot sluiting vaststaat, dient een tweede stap te worden doorlopen: is sluiting van de woning ook evenredig, gelet op de belangen van de betrokkenen? De Afdeling stelt daarbij voorop dat persoonlijke verwijtbaarheid niet is vereist. Maar als iedere betrokkenheid bij de overtreding ontbreekt, kan dat aanleiding zijn om van woningsluiting af te zien. Voor verhuurders geldt hierbij dat van hen wordt verwacht dat zij concreet toezicht houden op een pand dat zij verhuren. Daarvoor is onvoldoende dat het pand alleen wordt bezocht. Verhuurders moeten ook controles uitvoeren die zijn gericht op het gebruik van het pand.

Daarnaast moeten ook persoonlijke omstandigheden van de bewoner worden meegewogen. Daarbij kan worden gedacht aan medische redenen, het terechtkomen van de bewoner op een zwarte lijst van woningcorporaties en de mogelijkheden om vervangende huisvesting te regelen. Onder omstandigheden heeft ook de burgemeester een rol bij het regelen van een geschikte vervangende woonruimte.

Tot slot overweegt de Afdeling dat de aanwezigheid van minderjarige kinderen op zichzelf geen bijzondere omstandigheid is om van woningsluiting af te zien. In samenhang met andere omstandigheden kan dit er echter wel toe leiden dat de burgemeester moet afzien van woningsluiting.

Hoe pakt dat in dit geval uit?

In de casus die tot deze uitspraak heeft geleid, heeft de burgemeester de woning voor 6 maanden gesloten na het aantreffen van harddrugs. De Raad van State is echter van oordeel dat er bijzondere omstandigheden zijn, zodat de burgemeester de woning niet mocht sluiten. Daarbij weegt de Raad van State mee dat de harddrugs van de ex-partner van de betrokkene waren. Deze handelde via internet in drugs. Het is volgens de Raad van State niet onaannemelijk dat betrokkene hiervan niet op de hoogte was. Bovendien heeft de minderjarige dochter van betrokkene een ernstige allergieproblematiek. De woning is aan die allergie aangepast. Betrokkene heeft niet de financiële middelen om een nieuwe woning aan te passen. Gelet op het ontbreken van verwijtbaarheid bij betrokkene en vooral de allergieproblematiek van haar dochter, waardoor zij gebonden is aan de woning, vindt de Raad van State dat er voldoende bijzondere omstandigheden zijn waarom de burgemeester moest afzien van woningsluiting.

Wilt u meer weten over woningsluiting of heeft u behoefte aan advies met betrekking tot woningsluiting? Neem dan gerust contact op met Thuis Partners Advocaten.

Deze bijdrage werd geschreven door: mr. R.T.L.J. Jongen, Sectie Vastgoed en Overheid.
(rjongen@thuispartners.nl)

Was dit artikel nuttig?

Wij bespreken graag uw persoonlijke situatie tijdens een vrijblijvende kennismaking met een voor uw situatie relevante specialist.

Een van onze adviseurs neemt binnen uiterlijk één werkdag contact met u op om samen een afspraak in te plannen