Eten bestellen via Thuisbezorgd, een taxirit met een chauffeur van Uber of een timmerman inschakelen via Werkspot, het lijkt tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Ook in ons land is het fenomeen ‘platformarbeid’ de laatste jaren aan een ware opmars bezig. Bij platformarbeid worden vraag en aanbod door middel van een online platform bij elkaar gebracht. Het platform dient als het ware als een digitale bemiddelaar tussen aanbieders van bepaalde diensten en mensen die van deze diensten gebruik willen maken. Maar hoe moet de rechtsverhouding tussen het platformbedrijf en de maaltijdbezorger, chauffeur of timmerman juridisch nu worden gekwalificeerd? Dat is een vraag die de rechtspraak al enige tijd bezig houdt.
Arbeidsovereenkomst of niet?
Platformbedrijven zien zichzelf niet als werkgever en stellen zich op het standpunt dat platformarbeiders ZZP’ers zijn en geen werknemers. Het verschil is van groot belang. Als er namelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst, dan komt de werknemersbescherming om de hoek kijken en gelden er allerlei arbeidsrechtelijke regels die voor een zelfstandige niet gelden. Om te bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, dient allereerst te worden vastgesteld welke rechten en verplichtingen er over en weer gelden. Als dat is vastgesteld, moet op basis van de gemaakte afspraken worden nagegaan hoe de gemaakte afspraken juridisch kunnen worden geduid. Als alle elementen van een arbeidsovereenkomst van toepassing zijn, te weten (1) arbeid, (2) loon, (3) gedurende zekere tijd en (4) een gezagsverhouding, dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Het maakt daarbij niet uit wat partijen voor ogen hadden bij het sluiten van de overeenkomst. Hierbij geldt: “wezen gaat voor schijn”.
Deliveroo-uitspraak
In februari van dit jaar oordeelde het hof Amsterdam over de vraag of de bezorgers van maaltijdbezorgdienst Deliveroo al dan niet werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Net als de kantonrechter, oordeelde het hof dat deze bezorgers werknemer zijn en geen zelfstandige. Hierbij keek het hof naar de elementen arbeid, loon, gedurende een zekere tijd en gezagsverhouding. Met name het bestaan van een gezagsverhouding was voor het hof een belangrijke indicatie voor het bestaan een arbeidsovereenkomst. Deliveroo kan namelijk middels een GPS-systeem continu de locatie van de bezorger volgen. Dat is een vergaande controlemogelijkheid dat als een vorm van gezag is aan te merken. Verder nam het hof mee dat de werkzaamheden van de bezorgers tot de kernactiviteit van Deliveroo behoren. Ook dat duidt op de aanwezigheid van een gezagsverhouding, omdat Deliveroo een grote mate van kennis heeft van die werkzaamheden en dus aanwijzingen kan geven en gezag kan uitoefenen. Het hof nam ook nog een andere omstandigheid mee in zijn oordeel; Deliveroo sloot enkele verzekeringen af voor haar bezorgers, zodat zij doorbetaald zouden krijgen bij arbeidsongeschiktheid. Volgens het hof past dit bij een arbeidsovereenkomst.
Uber-uitspraak
De vraag of er wel of geen sprake is van een arbeidsovereenkomst lag recent ook voor aan de rechtbank Amsterdam in een zaak tussen FNV en Uber. Uber is een online platform dat via een app taxiritten aanbiedt. Chauffeurs van Uber kunnen zich via de app aanmelden om deze taxiritten te verzorgen. Middels een algoritme biedt Uber beschikbare taxiritten aan. De chauffeurs hebben vervolgens de keuze om de beschikbare taxiritten te accepteren. Wie het eerst komt, die het eerst maalt. De passagier betaalt de ritprijs aan Uber en de chauffeur krijgt een deel daarvan uitbetaald.
Vakbond FNV spande een zaak aan tegen Uber, omdat zij vindt dat de chauffeurs in dienst zijn bij Uber en dat Uber daarom de CAO Taxivervoer moet hanteren. Bij de beoordeling van de vraag of dat inderdaad zo is, heeft de rechtbank ook hier gekeken naar de elementen van een arbeidsovereenkomst. Te meer of er sprake is van arbeid, loon en een gezagsverhouding.
Verrichten van arbeid
Het vervoeren van passagiers voor Uber is inderdaad het verrichten van arbeid voor Uber, zo oordeelt de rechtbank. Het verweer van Uber dat zij slechts een platform runt waarop gebruikers samen worden gebracht en een overeenkomst met elkaar kunnen aangaan, doet daar volgens de rechtbank niets aan af. Belangrijk detail daarbij is dat de chauffeurs bij aanmelding voor het gebruik van de app van Uber, akkoord moeten gaan met de door Uber opgestelde voorwaarden. Daaruit volgt volgens de rechtbank dat de chauffeurs een overeenkomst zijn aangegaan met Uber om vervoersdiensten te verzorgen. Daarnaast moeten de chauffeurs hun arbeid persoonlijk verrichten: zij kunnen zich niet laten vervangen. Uber ziet toe op de controle hiervan.
Loonbetaling
Het staat vast dat de chauffeurs een vergoeding van Uber ontvangen voor het verzorgen van een taxirit. Daarmee is er volgens de rechtbank sprake van betaling van loon. Het door Uber uitgekeerde bedrag is namelijk een beloning voor het vervoeren van passagiers.
Gezagsverhouding
Wat de arbeidsovereenkomst het meest onderscheidt van de overeenkomst van opdracht is de aanwezigheid van een gezagsverhouding. Volgens de rechtbank is er tussen Uber en de chauffeurs sprake van een “moderne” gezagsverhouding die zich (met name) uit in de vorm van een zekere controle. Zo bepaalt het algoritme van de app op welke wijze de taxiritten worden verdeeld en is het Uber die de instellingen van de app kan wijzigen en daarmee ook het aanbod van de taxiritten. De chauffeurs hebben daar geen enkele invloed op en kunnen slechts kiezen om een taxirit niet aan te nemen. Evenmin hebben zij invloed op de prijs van een taxirit. Vanaf het moment dat de chauffeurs akkoord gaan met de voorwaarden van Uber voor het gebruik van de app, zijn zij onderworpen aan de werking van het algoritme en vallen zij daarmee volgens de rechtbank onder het werkgeversgezag van Uber.
Conclusie
Net als de maaltijdbezorgers van Deliveroo, zijn ook de chauffeurs bij Uber volgens de rechter werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. Daarmee valt Uber onder de werkingssfeer van de CAO Taxivervoer en kunnen de chauffeurs met terugwerkende kracht aanspraak maken op de arbeidsvoorwaarden uit die cao. Met name op het gebied van loondoorbetaling tijdens ziekte en vakantie, verzekeringen en pensioenopbouw heeft de uitspraak vergaande gevolgen voor zowel de chauffeurs als voor Uber. Na de Deliveroo-uitspraak is dit een wederom een stevige dreun voor platformbedrijven. Uber heeft al aangekondigd in hoger beroep te gaan. De rechtspraak over de kwalificatie van platformarbeid zal zich verder ontwikkelen en daarnaast zullen ook steeds weer nieuwe vormen van (platform)arbeid ontstaan, waarbij het misschien zelfs de vraag is of de wetgeving daar op den duur niet op moet worden aangepast.
Dit is een bijdrage van mr. Mariëlle Stroes (mstroes@thuispartners.nl)
Wat is de rechtsverhouding tussen platformbedrijven en de mensen die voor ze werken? Het houdt de rechtspraak al tijden bezig.