Beëindiging van een onderneming: ondernemingsrechtelijke en fiscale aspecten

26 oktober, 2020

1 Inleiding

Een onderneming kan voor rekening en risico van een natuurlijk persoon worden gedreven. Bijvoorbeeld als eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma. De onderneming kan echter ook voor rekening en risico van een besloten vennootschap (“bv“) worden gedreven. Deze mogelijkheden leiden tot verschillende juridische situaties.

2 De onderneming wordt voor rekening en risico van een natuurlijk persoon gedreven

2.1 Verkoop van activa en afwikkeling van vorderingen en schulden

Bij een onderneming die voor rekening en risico van een natuurlijk persoon wordt gedreven, leidt het beëindigen van de activiteiten niet direct tot het einde van de onderneming. Om de onderneming te beëindigen, dient de beëindiging aan de Kamer van Koophandel te worden doorgegeven. Van die opgave krijgt de Belastingdienst automatisch bericht. Vervolgens dienen de eventuele schulden te worden voldaan. Daarnaast dienen rekeningen, verzekeringen en andere contracten te worden opgezegd. Voor zover er na het voldoen van de schulden nog actief resteert, komt dat aan de natuurlijke persoon toe.

Mochten niet alle schulden kunnen worden voldaan, dan dient de natuurlijk persoon er bedacht op te zijn dat hij kan worden aangesproken door de crediteuren die met een onbetaalde vordering achterblijven.

2.2 Fiscale aspecten

De beëindiging van een onderneming leidt tot een fiscale staking en derhalve tot een afrekening met de Belastingdienst. Het verschil tussen de fiscale boekwaarden van de activa en passiva en de waarde in het economisch verkeer is belast c.q aftrekbaar. Daarbij zullen de fiscale reserves (bijvoorbeeld de herinvesteringsreserve) worden opgeteld. Ook een desinvesteringsbijtelling kan verschuldigd zijn. Indien er een belaste stakingswinst wordt vastgesteld kunnen eventueel faciliteiten toepassing vinden, zoals de stakingsaftrek en de stakingslijfrentepremieaftrek. Indien schulden onbetaald blijven en worden kwijtgescholden, kan onder omstandigheden de kwijtscheldingswinstfaciliteit toepassing vinden. Belastingschulden (met name inkomstenbelasting, loonheffingen en omzetbelasting) moeten worden voldaan tenzij de ondernemer voor kwijtschelding door de ontvanger in aanmerking komt.

3 De onderneming wordt voor rekening en risico van een bv gedreven

3.1 Verkoop van activa en afwikkeling van vorderingen en schulden

Zodra bekend is dat de activiteiten worden beëindigd én bekend is dat niet alle schulden kunnen worden voldaan, dient de bestuurder zorgvuldig om te gaan met het voldoen van schulden en dient hij te voorkomen dat er nieuwe schulden worden gemaakt. Op die manier kan de bestuurder voorkomen dat hij in privé door een crediteur wordt aangesproken wegens het onbetaald blijven van zijn vordering. Als de activiteiten van de bv worden beëindigd, blijft de bv bestaan. Beëindiging van de activiteiten leidt dus niet tot het einde van de bv. Om ervoor te zorgen dat een bv ophoudt te bestaan, dient tot ontbinding en vereffening van de bv te worden besloten. Dat besluit dient door de aandeelhouders te worden genomen en dient te worden doorgegeven aan de Kamer van Koophandel. Van die opgave krijgt de Belastingdienst automatisch bericht. De ontbinding kent twee varianten: (i) vereffening vóór ontbinding (de zogeheten turboliquidatie) of (ii) vereffening na ontbinding. Bij vereffening vóór ontbinding worden de beschikbare baten van de bv afgewikkeld vóórdat het besluit tot ontbinding wordt genomen. Met de beschikbare baten worden de schulden dan bijvoorbeeld (voor zoveel mogelijk) voldaan. Daarnaast worden rekeningen, verzekeringen en andere contracten opgezegd. Nadat de zaken zijn afgewikkeld, wordt dan tot ontbinding besloten. Als een bv op het moment dat tot haar ontbinding wordt besloten niet meer over baten beschikt, houdt zij meteen op te bestaan. Bij de tweede optie, vereffening na ontbinding, worden de baten van de bv na het besluit tot ontbinding afgewikkeld. Het besluit tot ontbinding leidt dan niet tot het einde van de bv, omdat de bv nog over baten beschikt die moeten worden vereffend. Pas op het moment dat alle zaken zijn afgewikkeld, houdt de bv dan op te bestaan.

3.2 Fiscale aspecten

Voor zover de bv activa verkoopt dient er in beginsel te worden afgerekend tussen de fiscale boekwaarde en de verkoopopbrengst. Fiscale reserves (bijvoorbeeld de herinvesteringsreserve) dienen aan de winst te worden toegevoegd. Ook een desinvesteringsbijtelling kan verschuldigd zijn. Indien schulden onbetaald blijven en worden kwijtgescholden, kan onder omstandigheden de kwijtscheldingswinstfaciliteit toepassing vinden. Voor zover belastingschulden (met name omzetbelasting en loonbelasting) en pensioenpremies niet of niet tijdig kunnen worden betaald, dient er een mededeling betalingsonmacht bij de Belastingdienst te worden gedaan om te voorkomen dat de bestuurder op voorhand voor die schulden aansprakelijk wordt gehouden. Indien wordt besloten tot verkoop van de aandelen in de bv dan kan dit tot belastingheffing of een aftrekpost in box II bij de aandeelhouder(s) leiden.

Geschreven door
S.V.
Sylvana Vijn

Was dit artikel nuttig?

Wij bespreken graag uw persoonlijke situatie tijdens een vrijblijvende kennismaking met een voor uw situatie relevante specialist.

Een van onze adviseurs neemt binnen uiterlijk één werkdag contact met u op om samen een afspraak in te plannen