De Raad voor de rechtspraak streeft ernaar om op 1 januari 2017 met de Netherlands Commercial Court (“NCC”) te starten. Een speciale in Amsterdam gevestigde rechtbank gespecialiseerd in (inter)nationale handelsgeschillen waar Engelstalig kan worden geprocedeerd.
De ambitie om een dergelijke commercial court op te richten is in september 2014 door de voorzitter van de Raad van de rechtspraak uitgesproken en is geheel in lijn met de wens van de Rechtspraak om haar internationale vooraanstaande positie te versterken. Met de oprichting van een handelsrechtbank voor grote (inter)nationale handelsgeschillen plaatst Nederland zich tussen landen als Engeland, Ierland, de Verenigde Staten, de Verenigde Arabische Emiraten en Singapore, die allen reeds een commercial court hebben opgericht. Op deze wijze probeert Nederland met deze landen te concurreren op het gebied van internationale geschillenbeslechting en voegt Nederland een nieuwe voorziening toe aan de reeds indrukwekkende lijst van gerechtelijke voorzieningen.
Commercial courts winnen, onder grote internationaal opererende ondernemingen, aan populariteit, omdat bij deze handelsrechtbanken in het Engels kan worden geprocedeerd. Als gevolg hiervan worden grote handelsconflicten minder vaak aanhangig gemaakt bij reguliere Nederlandse gerechten. Het Nederlandse procesrecht wordt door de praktijk als effectief en zeer pragmatisch ervaren. Gezien deze goede reputatie verwacht de Raad voor de rechtspraak dat grote internationale ondenemingen de voorkeur zullen geven aan het NCC (ten opzichte van in het buitenland gevestigde commercial courts) aangezien hiermee wordt voldaan aan de behoefte om in (inter)nationale handelsgeschillen te procederen met Engels als voertaal.
De positieve effecten die uit beslechting van handelsgeschillen door de NCC voortkomen zien met name op het bevorderen van expertise en de kwaliteit van de rechtspraak, het leveren van maatwerk, het vergroten van de efficiëntie en het verlagen van de kosten voor partijen. De NCC zal kostendekkende tarieven gaan hanteren en alle zaken zullen door drie rechters (meervoudige kamer) worden beslecht.
Partijen kunnen hun handelsgeschillen zowel vooraf, door middel van een contractueel beding, of achteraf, door middel van een onderlinge afspraak, aan de NCC voorleggen. Zoals hierboven reeds genoemd is de voertaal Engels, maar partijen kunnen hier ook van af wijken en het Nederlands als voertaal kiezen. Om het voor partijen mogelijk te maken in het Engels te kunnen procederen, dient eerst nog een wetswijziging te worden ingevoerd. Op dit moment is het, behoudens een pilot van de rechtbank Rotterdam, namelijk niet mogelijk om voor een Nederlandse rechter in het Engels te procederen. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie, heeft echter laten weten positief tegenover het oprichten van de NCC te staan. De laatste drempel voor het oprichten van een Nederlandse commercial court lijkt hiermee te zijn genomen.
Als de streefdatum wordt gehaald is Nederland vanaf 1 januari 2017 een speciale gerechtelijke voorziening rijker en wordt haar internationale vooraanstaande positie wederom versterkt.
Deze bijdrage is geschreven door mr. Sylvana Vijn (sectie ondernemings- en insolventierecht; svijn@thuispartners.nl).