“Seksueel grensoverschrijdend gedrag in een afhankelijkheidsrelatie is ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer.” Dat was de stelling van de toneelacademie. De toneelacademie was dan ook van mening dat zij geen transitievergoeding verschuldigd was aan een docent die zich aan dergelijk gedrag schuldig had gemaakt. De Hoge Raad dacht daar anders over en oordeelt dat er geen ruimte is voor een dergelijk uitgangspunt.
De zaak die voorlag bij de Hoge Raad betrof de volgende. Een docent bewegingsleer op de toneelacademie is in 2006 al eens gewaarschuwd naar aanleiding van signalen over de fysieke houdingcorrecties van de docent tijdens de bewegingslessen. Met name voor vrouwelijke studenten leidde opmerkingen van de docent tot verwarring en bestond onduidelijkheid of het lichamelijk contact als vakmatig dan wel als privé en ongewenst moest worden beschouwd. Voor de toneelacademie was wel duidelijk dat dit handelen het leerklimaat aantastte. De docent heeft destijds de opdracht gekregen om te onderzoeken welke didactische of methodische wijzigingen hij kan aanbrengen om te voorkomen dat dergelijke signalen in de toekomst weer voorkomen.
De scheidslijn is echter dun. De toneelacademie geeft zelf aan dat het lichaam wordt ingezet als instrument. Bij het vak bewegingsleer gaat het om bewustwording van het lichaam, het ontdekken van de eigen grenzen en onderzoeken wat de effecten zijn van lichaamshoudingen. Nadat de toneelacademie in 2010 opnieuw signalen ontving over verwarrende en onveilige situaties heeft de toneelacademie de docent iedere vorm van fysiek contact tijdens de bewegingslessen verboden.
Naast de bewegingslessen gaf de docent echter ook massagelessen. Die lessen diende een didactisch doel en van die lessen was de toneelacademie op de hoogte.
In 2017 heeft de toneelacademie echter melding gekregen van een tweetal incidenten:
- de docent heeft tijdens een les zijn hand op de billen van een studente gelegd of haar een tik op de billen gegeven en gezegd dat hij dat al langer had willen doen; en
- tijdens de massage les voor de zomervakantie van 2017 heeft de docent met 1 studente voorgedaan hoe een massage moest worden gegeven. Het betrof een massage van onder andere de billen, de borst(spieren) en de benen tot en met de liezen. Dit werd in tweetallen geoefend en nadat het tweetal onderling gewisseld had, heeft de docent dezelfde studente nogmaals op dezelfde wijze gemasseerd.
Deze incidenten in combinatie met de eerdere waarschuwingen maakten dat voor de toneelacademie de maat vol was. Zij heeft een ontbindingsverzoek ingediend op grond van verwijtbaar handelen van de docent. Dit ontbindingsverzoek heeft vervolgens tot de nodige procedures geleid. De rechtbank kwam tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst en oordeelde dat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen waardoor de toneelacademie aan de docent geen transitievergoeding verschuldigd was. In hoger beroep liet het gerechtshof de ontbinding in stand maar oordeelde dat géén sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de docent. De toneelacademie werd verplicht een transitievergoeding te betalen.
Het gerechtshof oordeelde dat de ‘biltik’ (incident 1) geen enkel didactisch doel diende en dat de lichaamsmassage (incident 2) grensoverschrijdend was. Desondanks kwam het gerechtshof tot het oordeel dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen omdat de grenzen die op de toneelacademie bestonden onduidelijk zouden zijn en de docent onvoldoende gemonitord was. Vervolgens is de zaak voor de eerste keer bij de Hoge Raad gekomen. Die achtte de hiervoor genoemde beoordeling – dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen – onvoldoende gemotiveerd en verwees de zaak terug naar een ander gerechtshof.
Dat gerechtshof kwam ook tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst moest worden ontbonden en dat aan de docent een transitievergoeding moest worden betaald. Vanwege de dunne scheidslijn die de rol van de docent in de uitvoering van zijn werk met zich meebracht en de onvoldoende monitoring van de toneelacademie naar aanleiding van de ontvangen signalen, kon volgens het gerechtshof niet gesproken worden van ernstig verwijtbaar handelen van de docent.
De zaak is vervolgens toch weer bij de Hoge Raad gekomen. De toneelacademie stelt zich namelijk op het standpunt dat als uitgangspunt dient te gelden dat seksueel grensoverschrijdend gedrag in een afhankelijkheidssituatie (zoals die van een docent jegens een leerling) altijd ernstig verwijtbaar handelen oplevert. In die gevallen zou een werkgever dan ook nimmer een transitievergoeding verschuldigd zijn.
De Hoge Raad overweegt dat bij de omstandigheden die van invloed zijn op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer in diens verhouding tot de werkgever, ook het handelen of nalaten van de werkgever moet worden betrokken. Het is daarom niet mogelijk om als uitgangspunt aan te nemen dat een werknemer, gezien het gedrag waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt, ernstig verwijtbaar handelt. Dat doet ook onvoldoende recht aan de verantwoordelijkheid van een werkgever om grensoverschrijdend gedrag in zijn organisatie zoveel mogelijk te voorkomen en bij signalen daarvan er tegen op te treden.
Grensoverschrijdend gedrag is een zeer actueel onderwerp. Vrijwel dagelijks lezen we berichten in de krant van gevallen van grensoverschrijdend gedrag die aan het licht komen. Het arrest van de Hoge Raad benadrukt nogmaals dat ook de rol van de werkgever hierin belangrijk is (de volledige uitspraak leest u hier: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2022:950). Ook voordat er signalen zijn van grensoverschrijdend gedrag kunt u al actie ondernemen. Zorg bijvoorbeeld voor preventief beleid over dit onderwerp en bewaak de bedrijfscultuur. Zijn er toch signalen van grensoverschrijdend gedrag zorg dan voor een onverwijld maar zorgvuldig onderzoek waarin zeker ruimte is voor hoor en wederhoor van de betrokken partijen. Heeft u vragen over dit onderwerp? Wij helpen u graag waar nodig!
Seksueel grensoverschrijdend gedrag in een afhankelijkheidsrelatie is ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer.