Wanneer de rechtbank een faillissement uitspreekt wordt tegelijkertijd een curator aangesteld. Na de eerste drukke fase van het faillissement waarin de curator beslissingen moet nemen over onder meer het al dan niet voortzetten van de onderneming, het realiseren van een doorstart, het verkopen van de activa, het veiligstellen van de administratie en het ontslaan van het personeel, zal de curator op enig moment een oorzakenonderzoek starten.
De wetgever vindt het belangrijk dat de curator een oorzakenonderzoek uitvoert en sinds 1 juli 2017 is het doen van een oorzakenonderzoek als taak van de curator in de wet verankerd. De wet zegt evenwel niets over de manier waarop de curator te werk dient te gaan.
Wat doet een curator nou eigenlijk bij een oorzakenonderzoek?
Doorgaans heeft het bestuur bij de gesprekken bij aanvang van het faillissement reeds een korte beschrijving gegeven van zijn visie hoe het tot een faillissement heeft kunnen komen. De curator gaat actief op zoek naar antwoorden op de vraag wat de oorzaken zijn van het faillissement.
De curator gaat dan meestal eerst over tot het onderzoeken van de administratie. De jaarrekeningen worden bestudeerd en geanalyseerd en op grootboekkaartniveau wordt gekeken of de verschillende boekjaren op elkaar aansluiten. De curator controleert of, en zo ja, tot wanneer de boekhouding is bijgehouden en daarnaast of de boekhouding voldoende inzicht geeft in de rechten en plichten van de failliete onderneming. Eventuele onduidelijkheden en vragen worden voorgelegd aan de bestuurder(s) van de failliet, de financieel directeur, de administrateur en/of de accountant. In sommige gevallen schakelt de curator een externe accountant in om de boekhouding nader te onderzoeken.
De curator analyseert voorts de bankafschriften en het kasboek over de laatste drie jaren voorafgaand aan het faillissement en kijkt of er geldstromen zijn die niet zijn verantwoord in de administratie.
Onderdeel van de administratie is ook het geheel van digitale bestanden van de failliet. Ook alle e-mailboxen vallen onder de administratie. De e-mailboxen van alle sleutelfiguren bij de failliet (kunnen) worden onderzocht door de curator, mocht daar aanleiding toe zijn. De e-mailboxen dienen in ieder geval ter beschikking worden gesteld als de curator daarom verzoekt.
De curator vraagt bij de Kamer van Koophandel de deponeringsstukken op en controleert of de jaarrekeningen tijdig zijn vastgesteld en tijdig bij de Kamer van Koophandel zijn gedeponeerd.
De curator onderzoekt de financiering van de onderneming en vraagt businessplannen en eventuele strategierapporten op. De curator bestudeert de notulen van de vergadering(en) van het bestuur, de raad van commissarissen en de aandeelhouders. De curator onderzoekt eventuele bijzondere transacties waar de failliet bij betrokken is geweest. Er is bijzondere aandacht voor transacties met gelieerde partijen.
Soms wordt bestuurders gevraagd op voorhand een chronologienotitie op te stellen en deze aan de curator beschikbaar te stellen.
De curator houdt vervolgens uitgebreide besprekingen met de bestuurders en eventuele andere betrokkenen en vraagt betrokkenen een chronologisch verhaal te schetsen van alle relevante feiten en gebeurtenissen in de periode van vijf jaar voorafgaand aan het faillissement. De jaarrekeningen en eventuele uitkomsten uit het onderzoek worden besproken met de bestuurders. De curator onderzoekt tevens de rol van het bestuur en eventuele toezichthouders en de manier waarop zij hun functie hebben vervuld.
Wanneer de curator voldoende informatie heeft verzameld, dan zal hij een intern bericht opstellen en dat voorleggen aan de rechter-commissaris. Hierbij is tevens aandacht voor de vraag of er aanleiding is om bestuurders resp. toezichthouders aansprakelijk te stellen. Ook kan het zijn dat blijkt dat nader onderzoek nodig is. In grotere faillissementen kan het zijn dat de curator een intern oorzakenrapport ter beschikking stelt aan de rechter-commissaris.
In overleg met de rechter-commissaris wordt bepaald hoe de vervolgprocedure eruit ziet. Wanneer er geen verder onderzoek meer nodig is, wordt het onderzoek gesloten en wordt in de openbare verslagen een (ver)korte samenvatting gegeven van de oorzaken van het faillissement. In gevallen waar er wel aanleiding is om bestuurders of toezichthouders aansprakelijk te stellen, gaat de curator daartoe over en wordt meestal gewacht met het uitbrengen van een extern inhoudelijk bericht. De bestuurders en toezichthouders krijgen, voordat de curator overgaat tot aansprakelijkstelling, de mogelijkheid hun visie te geven op de conclusies van de curator.
Het oorzakenonderzoek is veelomvattend en kost tijd en geld. Indien de boedel ontoereikend is om het salaris van de curator of eventuele externe kosten verband houdende met het onderzoek of aansprakelijkstelling te kunnen voldoen, dan biedt de zogenaamde Garantstellingsregeling curatoren, curatoren de mogelijkheid om een boedelkrediet aan te vragen bij het Ministerie van Justitie. Aan de Garantstelling curatoren zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. De curator vandaag de dag neemt zijn taken serieus en zal gaan onderzoeken. Ook een lege boedel zal de curator niet kunnen weerhouden van het doen van nader onderzoek.
Als bestuurder of toezichthouder kan het soms verstandig zijn u te laten bijstaan door een advocaat wanneer de curator een oorzakenonderzoek uitvoert. De advocaat-curatoren van Thuis Partners bieden in dat soort situaties bijstand en advies. Mocht u behoefte hebben aan nadere informatie of advies, mail of bel mr. drs. Rob Lemmens (rlemmens@thuispartners.nl of 045-5719005).