Tegenwoordig heeft vrijwel iedereen de beschikking over een smartphone waarmee gemakkelijk geluid (in hoge kwaliteit) kan worden opgenomen. Er bestaan zelfs al apps die de opgenomen audio direct omzetten in een transcriptie. Steeds meer mensen maken dan ook gebruik van deze mogelijkheid van de smartphone om gesprekken op te nemen. Zo’n geluidsopname kan namelijk een handig geheugensteuntje zijn. Wij merken echter dat geluidsopnamen vaak stiekem worden gemaakt, bijvoorbeeld bij een (pittig) functioneringsgesprek met de werkgever. De vraag is: mag dat nou zomaar?
Strafbaar?
Allereerst is het van belang om op te merken dat het stiekem maken van geluidsopnamen van een gesprek alleen strafbaar is, als de persoon die de opnamen maakt zelf géén deelnemer is aan het gesprek (art. 139a lid 1 Wetboek van Strafrecht). Als een werknemer deelnemer is aan een gesprek (bijvoorbeeld met zijn/haar werkgever of collega’s), dan hoeft de werknemer dus geen toestemming te vragen om dat gesprek op te nemen. Dergelijk stiekem gedrag kan echter uiteraard wel, hoewel niet strafbaar, worden aangemerkt als onfatsoenlijk. Iedereen weet dat onfatsoenlijk gedrag de relationele verhoudingen doorgaans niet ten goede komt. Het stiekem opnemen van gesprekken met de smartphone kan dan ook grote (arbeidsrechtelijke) consequenties hebben.
Arbeidsrechtelijke gevolgen?
Uit een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van februari jl. volgt dat het stiekem opnemen van gesprekken door een werknemer zelfs tot ontslag kan leiden. De betreffende werknemer, een senior salesconsultant, had gedurende een periode van ruim een jaar allerlei gesprekken met zijn werkgever, andere werknemers en/of relaties van zijn werkgever stiekem opgenomen. Dit deed de werknemer om in een eventuele ontslagprocedure sterk(er) te staan. Die ontslagprocedure kwam er, maar deze had niet de door de werknemer ingeschatte c.q. gewenste uitkomst. De kantonrechter wist op basis van het (structurele) stiekeme gedrag van de werknemer namelijk voldoende: het onderlinge vertrouwen is door en gelet op de vele gemaakte stiekeme geluidsopnamen compleet weg. De kantonrechter concludeerde dan ook dat er “sprake is van een ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsrelatie”. Voor herplaatsing (bijvoorbeeld naar een andere afdeling) zag de kantonrechter begrijpelijkerwijs dan ook geen mogelijkheden. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden, onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding aan de werknemer ad. van € 2.972,67 bruto. De door werknemer verzochte billijke vergoeding van € 150.000,- werd afgewezen. Veel ‘winst’ hebben de stiekeme geluidsopnamen (die tijdens de procedure aan de kantonrechter zijn overgelegd) de werknemer dus niet gebracht.
De les die uit het bovenstaande kan worden getrokken, is wat mij betreft dat de werknemer die een geluidsopname van een gesprek wil maken, daar gelet op de fatsoensnormen vooraf melding van maakt. Doet een werknemer dat niet, dan kan dat op een gegeven moment de nodige (negatieve) arbeidsrechtelijke gevolgen hebben.