Thuis Partners heeft een speciale NOW-desk zodat u snel en goed geholpen kunt worden. Doorgaans volgt een eerste kort advies binnen drie werkdagen nadat u de zaak besproken heeft met onze specialist. Neem contact op en bel of e-mail met mr. Thomas Houben van onze NOW-desk voor het maken van een afspraak (045 – 571 9005 of thouben@thuispartners.nl).
Inleiding & doel
Eind maart 2021. We hebben nu ruim een jaar te maken met de door de overheid afgekondigde maatregelen die de coronapandemie moeten bestrijden. Maatregelen die voor veel ondernemingen (grote) financiële gevolgen hebben. Met verschillende (subsidie)regelingen wilt de overheid deze financiële gevolgen voor ondernemingen beperken.
Een van deze (subsidie)regelingen is de bekende NOW-regeling (“Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid”). De regeling was en is bedoeld om werknemers zo veel mogelijk hun baan te laten behouden. De NOW-regeling voorziet in tegemoetkoming voor de betaling van loonkosten van werknemers met een vast en flexibel contract.[1]
Financiële steun in de vorm van een subsidie die mogelijk terugbetaald dient te worden indien te veel tegemoetkoming is ontvangen. In dit beknopte artikel zal eerst kort de NOW-regeling toegelicht worden, alvorens in te gaan op de (financiële) problematiek die zich aandringt bij terugbetaling(sverplichtingen).
De NOW-regeling
Om in aanmerking te komen voor de regeling dient uw onderneming in een aaneengesloten periode van drie maanden te maken hebben met een minimaal omzetverlies van 20% in vergelijking met een zogenaamde “referentiemaand”, waarover later meer.[2] De periode waarin het omzetverlies is geleden, hoeft niet overeen te komen met de maanden waar de betreffende aanvraag op ziet. Een voorbeeld: voor de aanvraag voor NOW-5, die ziet op de maanden april t/m juni 2021, dient de periode van drie aaneengesloten maanden van het omzetverlies aan te vangen op 1 april, 1 mei of 1 juni 2021, en dus niet noodzakelijk op 1 april 2021.
Er zijn in totaal vijf aanvraagperiodes, waarbij momenteel alleen nog maar aanvraag van tegemoetkoming voor de vijfde aanvraagperiode mogelijk is (17 mei t/m 13 juni 2021).[3] De vijfde aanvraagperiode geldt voor de maanden april t/m juni 2021. De maximale tegemoetkoming is 90% voor de maanden maart t/m september 2020 en 80% voor de maanden oktober 2020 t/m maart 2021. Voor de maanden april t/m juni 2021 geldt een maximale tegemoetkoming van 85% van het loon. Hoe hoger het omzetverlies in de “gekozen” periode waarin de regeling van toepassing is in vergelijking met een kwart van de jaaromzet van 2019, hoe hoger de tegemoetkoming.
Zoals u weet, ontvangt u bij de aanvraag van een tegemoetkoming eerst een voorschot. Pas als het daadwerkelijke omzetverlies bekend is, wordt de definitieve tegemoetkoming berekend. Voor deze definitieve berekening dient u 38 weken na afloop van de periode waarvoor de subsidie is toegekend een aparte aanvraag te doen.
Let tenslotte op een paar aanvullende voorwaarden: ondernemingen mogen in 2020 en 2021 geen winstuitkeringen doen en geen bonussen uitkeren.[4] Ook geldt dat ontvangen loonkostensubsidie in het kader van ontslag wegens bedrijfseconomische redenen terugbetaald dient te worden.
Nog een laatste open deur: bewaar uw administratie! Tot vijf jaar na vaststelling van de ontvangen subsidie moet er namelijk inzage gegeven kunnen worden in de administratie.
Terugbetaling bij definitieve berekening
Sinds 7 oktober 2020 is het UWV bezig met de definitieve berekening van de eerste periode NOW (maart t/m mei 2020). Deze aanvragen voor de definitieve berekening NOW-1 kunnen ingediend worden tot en met 31 oktober 2021. Vanaf 15 maart 2021 tot 5 januari 2022 is het (ook) mogelijk om de definitieve berekening voor de tweede NOW-periode (juni t/m september 2020) aan te vragen.
Voor de definitieve berekening van de tegemoetkoming worden voor de aanvraagperiodes verschillende referentiemaanden gebruikt. UWV vergelijkt bijvoorbeeld ter controle van de eerste aanvraagperiode NOW-regeling de loonbetaling van de werkgever in die maanden waarvoor de NOW-subsidie is verleend met de loonsom van januari 2020. Wijken deze bedragen van elkaar af, dan komt het er simpelweg op neer dat voor elke euro die tijdens de toepassing van de regeling minder is uitgegeven aan loonkosten, 90 cent van de steun af gaat.
Januari wordt in dit geval dus gekozen als vergelijkingsmaand, terwijl dit juist een maand is/kan zijn die door kerstpakketten, attenties, de specifieke branche van de onderneming of inzet van meer personeelsuren wegens drukte leidt tot hogere loonkosten dan het maandgemiddelde genomen over een heel jaar. Daarnaast geldt ook dat hoe langer de coronacrisis voortduurt, des te meer werknemers hun contract opzeggen, wat weer leidt tot een lagere loonsom in de NOW-maanden. Zo gaat de vergelijking aan beide kanten (nog) manker lopen. Het is dus zeer goed mogelijk dat UWV het betaalde voorschot (gedeeltelijk) terugvordert. Ongeveer 60% van de ontvangers van de NOW-1 subsidie moet deze geheel of gedeeltelijk terugbetalen. Misschien heeft u deze terugvorderingsbeschikking dus al in uw bus gehad.
Mogelijkheden bij (gedeeltelijke) terugvordering door UWV
Vanwege de grote financiële gevolgen is een gedetailleerde toetsing van de terugvorderingsbeschikking op zijn plaats. Indien dit onderzoek daartoe aanleiding geeft, dient tijdig een bezwaarschrift tegen deze terugvorderingsbeschikking ingediend te worden.[5] Minister Koolmees heeft de Kamer al geïnformeerd dat terugbetaling van de NOW-subsidie als onredelijk kan aanvoelen en wijst hierbij nadrukkelijk op de bezwaarmogelijkheid.
Mogelijk heeft u dit dus al gedaan. Er zijn namelijk al vele bezwaren ingediend. De verwachting is dat dit ook het geval zal zijn voor de vierde en de vijfde aanvraagperiode. UWV heeft echter al aangegeven dat er reële kans bestaat dat een deel van de bezwaarschriften mogelijk niet tijdig kan worden afgehandeld en aan de minister gevraagd de beslistermijn in bezwaar te verlengen. De minister voelde hier niets voor en accepteert eventuele hieruit voortkomende dwangsommen.
Het is mogelijk dat de afwijzing en/of terugvordering van de NOW-subsidie onrechtmatig is. In dat geval kunnen wij bezwaar maken tegen deze afwijzing en/of terugvordering. Daarnaast kunnen wij u vertegenwoordigen bij een eventuele hoorzitting bij het UWV of hulp bieden bij het realiseren van een schikking. Mocht voorgaande niet helpen, dan kunnen wij namens u beroep instellen bij de rechtbank en/of u verder vertegenwoordigen bij de mondelinge behandeling van uw zaak of in deze fase nog tot een schikking proberen te komen. Uiteindelijk kunnen wij ook hoger beroep voor u instellen indien de rechtbank u in het ongelijk stelt of reeds heeft gesteld.
Indien u door de terugvordering in (acute) financiële problemen komt, is een voorlopige voorziening mogelijk. Met dit voorlopige oordeel kan (bijvoorbeeld) bereikt worden dat de NOW-subsidie tijdelijk niet terugbetaald hoeft te worden (of dat u juist toch een voorschot ontvangt).
Thuis Partners heeft een speciale NOW-desk zodat u snel en goed geholpen kunt worden. Doorgaans volgt een eerste kort advies binnen drie werkdagen nadat u de zaak besproken heeft met onze specialist. Onze specialisten staan voor u klaar.
Indien u een rechtstandsverzekering heeft dan is onze bijstand mogelijk kosteloos.
Neem contact op en bel of e-mail met mr. Thomas Houben van onze NOW-desk voor het maken van een afspraak (045 – 571 9005 of thouben@thuispartners.nl).
[1] De regeling geldt alleen voor bedrijven die werknemers in dienst hebben die in Nederland sociaal verzekerd zijn. Voorts gelden tal van andere (of extra) voorwaarden voor bepaalde ondernemingen zoals werkmaatschappijen, DGA’s en bedrijven die tussen januari 2019 en 2 februari 2020 opgericht zijn.
[2] Voor de tweede aanvraagperiode geldt een aaneengesloten periode van vier maanden.
[3] Hoewel er vijf aanvraagperiodes zijn, gebruikt de Rijksoverheid voor het derde, vierde en vijfde subsidieblok respectievelijk de notaties NOW 3.1, 3.2 en 3.3.
[4] Ook hierbij geldt weer een uitzondering dat deze voorwaarde enkel van toepassing is indien het voorschot minimaal € 100.000,- bedraagt of de definitieve tegemoetkoming minimaal € 125.000,- bedraagt.
[5] Staat de terugvorderingsbeschikking eenmaal in rechte vast, dan kan daartegen in beginsel niet meer worden opgekomen.