Een dochter krijgt desgevraagd van de bewindvoerder van haar pas overleden vader een klein geldbedrag om nieuwe kleding te kopen, zodat vader netjes kan worden opgebaard. Ook regelt zij de begrafenis. Vervolgens krijgt zij de schrik van haar leven als de bewindvoerder haar meedeelt dat zij nu aansprakelijk is geworden voor de schulden van haar vader, omdat zij de nalatenschap zuiver zou hebben aanvaard. In paniek belt zij de notaris, die haar adviseert de nalatenschap zo snel mogelijk beneficiair te aanvaarden.
Een erfgenaam kan een nalatenschap aanvaarden of verwerpen. Als hij de nalatenschap aanvaardt, kan hij dit op grond van art. 4:190 lid 1 BW zowel zuiver als onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiair) doen. Aanvaardt hij de nalatenschap beneficiair, dan is zijn aansprakelijkheid beperkt tot dat wat hij uit de nalatenschap ontvangt. Bij een zuivere aanvaarding is hij met zijn eigen vermogen aansprakelijk voor de schulden van de erflater.
Een erfgenaam moet dus goed nadenken voordat hij een keuze maakt, anders kan het hem duur komen te staan. En als hij eenmaal heeft gekozen, is er – op een enkele uitzondering na – geen weg meer terug.
Helaas komen er na een overlijden vaak in korte termijn zoveel beslissingen op de nabestaanden af, dat de tijd om rustig na te denken meestal ontbreekt. Bovendien is er altijd veel onduidelijkheid geweest over de vraag wanneer er sprake is van een zuivere aanvaarding. Er werd onderscheid gemaakt tussen “daden van noodzakelijk beheer” (geen zuivere aanvaarding) of het “als heer en meester beschikken over goederen van de nalatenschap” (wel zuivere aanvaarding). De grens daartussen is echter niet altijd duidelijk te trekken. Dit heeft er toe geleid dat de wet in 2016 is gewijzigd, met als doel erfgenamen beter te beschermen tegen het onbewust zuiver aanvaarden van een nalatenschap.
Volgens het huidige artikel 4:192 BW aanvaardt een erfgenaam de nalatenschap zuiver wanneer hij zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt door bijvoorbeeld overeenkomsten aan te gaan die strekken tot vervreemding of bezwaring van goederen van de nalatenschap of deze op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers onttrekt. Van een zuivere aanvaarding is dus alleen sprake als een erfgenaam beschikkingshandelingen verricht door goederen van de nalatenschap te verkopen, bezwaren of op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers te onttrekken. Het gaat dus om beschikkingshandelingen die zo ingrijpend zijn, dat schuldeisers van de nalatenschap tegen benadeling moeten worden beschermd.
Het kopen van nieuwe kleding voor de overledene valt mijns inziens niet onder deze handelingen. Het is eerder een handeling die valt onder de verzorging van de overledene, wat – net als het regelen van de uitvaart – niet als een daad van zuivere aanvaarding wordt gezien. Dat was al zo voor de wetswijziging van 2016. Dit komt omdat deze handelingen primair in het belang van de overledene en diens nalatenschap worden verricht en niet erop gericht zijn om ten eigen bate over nalatenschapsgoederen te beschikken.
De dochter doet er overigens verstandig aan om het advies van de notaris op te volgen en de nalatenschap zo snel mogelijk beneficiair te aanvaarden. Zodat er geen nieuwe misverstanden meer kunnen ontstaan!