De Belastingdienst heeft voor zijn vorderingen op grond van de wet een hoge preferentie. Dat heeft tot gevolg dat hij bij een schuldsanering altijd het dubbele percentage op zijn vorderingen als betaling eist dan gewone (concurrente) crediteuren. Er is echter tijdelijk tegemoetkomend beleid waarbij de Belastingdienst afstand doet van zijn preferentie en genoegen neemt met een betaling die gelijk is aan die van gewone crediteuren.
Dit tegemoetkomend beleid kan interessant zijn voor ondernemingen met forse belastingschulden die niet of met de grootste moeite in staat zijn deze uit de lopende cashflow te voldoen.
De voorwaarden:
- Verzoeken moeten worden gedaan vanaf 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023, en
- alle schuldeisers (met uitzondering van met name zogenaamde separatisten – dat zijn met name de Banken en zogenaamde dwangcrediteuren) van de onderneming worden betrokken in de sanering
- de betaling vindt plaats tegen finale kwijting, en
- de onderneming wordt voortgezet.
Van dit tegemoetkomend beleid kan gebruik worden gemaakt bij:
- (minnelijke) saneringsakkoorden
- (dwang) akkoorden
- Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA), zie voor nadere toelichting over WHOA ook: https://thuispartners.nl/artikelen/de-whoa-in-12-vragen-en-antwoorden/
Een korte toelichting
Ondernemers worden nu geconfronteerd met de verplichting om binnen vijf tot zeven jaar met gelijke maandelijkse betalingen de opgelopen belastingschulden in de coronaperiode af te lossen. Daarnaast zijn de ondernemers verplicht de lopende fiscale verplichtingen bij te houden. Deze verplichtingen leiden tot een forse en langdurige aderlating van de cashflow waardoor de lopende exploitatie, ook vanwege toegenomen loon- en energiekosten, onder druk kan komen te staan. Dat zet uiteraard ook grote druk op noodzakelijke investeringen. Daardoor kan de onderneming in een negatieve spiraal belanden, doordat het gebrek aan investeringen tot minder omzet leidt, dat weer tot nog minder investeringen, enz.
Nu is er een alternatief
Het saneren van schulden moet niet lichtvaardig worden opgevat. Het is echter wel een serieus te nemen optie om de continuïteit voor een in de kerngezond bedrijf te borgen.
Bij saneringen was vaak de Belastingdienst een sta in de weg vanwege de omvang van zijn vordering en de eis dat hij ten minste het dubbele van de gewone crediteuren wilde incasseren. Een andere sta in de weg was veelal het feit dat saneren van personeel een kostbare aangelegenheid was. Nu er tegenwoordig vaak juist sprake is van een personeelstekort enerzijds en de Belastingdienst anderzijds de eis van het dubbele percentage heeft laten vallen, verdient een sanering van de schulden (waaronder dus ook de belastingschulden) een serieuze afweging en onderzoek. Zeker nu de ondernemers aan het begin staan van hun maandelijkse aflossingsverplichtingen van de belastingschulden over een periode van vijf tot zeven jaar.
Dit tegemoetkomend beleid kan interessant zijn voor ondernemingen met forse belastingschulden.