Aandachtspunten back-to-back contracteren

25 september, 2019

De UAV 2012 (Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken) en de UAV-GC 2005 (Uniforme Voorwaarden voor geïntegreerde contractvormen) zijn standaard voorwaarden die gebruikt worden tussen opdrachtgever en (hoofd)aannemer. Vaak worden verplichtingen tussen hoofdaannemer en opdrachtgever door de hoofdaannemer één op één doorgelegd aan onderaannemer(s); het back-to-back contracteren. Het gaat nog vaak mis met back-to-back contracten. Dat kan leiden tot een geschil over welke verplichtingen en voorwaarden wél zijn doorgelegd en welke niet. Begin dit jaar heeft de Raad van Arbitrage voor de Bouw uitspraak[1] gedaan in een geschil over het doorleggen van verplichtingen.

Wat was er aan de hand

Gemeente “X” en hoofdaannemer hebben een aannemingsovereenkomst gesloten voor het ontwerpen, ontwikkelen en realiseren van een nieuw poppodium, studentenwoningen, een rijwielstalling en enkele openbare ruimtes. De UAV-GC 2005 zijn van toepassing.

Op het moment dat de hoofdaannemer facturen van de onderaannemer onbetaald laat, ontstaat er een geschil. Hoofdaannemer is van mening dat de facturen verrekend kunnen worden of geheel niet hoeven te worden betaald vanwege onder andere:

  • vertragingen van de onderaannemer tijdens de uitvoering van het Werk; en
  • niet erkende wijzigingen of meerwerk door de hoofdaannemer of opdrachtgever.

Nadat partijen hebben geprobeerd er onderling uit te komen, start de onderaannemer een procedure bij de Raad van Arbitrage. De vraag die de Raad van Arbitrage dient te beantwoorden is of er sprake is van back-to-back contracteren. De hoofdaannemer meent van wel en doet een beroep op de volgende bepalingen:

  • “De hoofdaannemer en de leverancier hebben jegens elkaar exact dezelfde rechten en verplichtingen als de opdrachtgever en de hoofdaannemer jegens elkaar hebben. Indien en voor zover het betreft het door de leverancier uit te voeren werk en voor zover de documenten verwoord welke in het bezit zijn van de leverancier.”
  • “De aannemingsovereenkomst tussen opdrachtgever en hoofdaannemer maakt tezamen met (…) deel uit van deze overeenkomst.
  • “Het werk van de onderaannemer zal pas definitief goedgekeurd en opgeleverd jegens hoofdaannemer worden beschouwd, indien oplevering door de hoofdaannemer aan diens opdrachtgever heeft plaatsgevonden en het werk van onderaannemer daarbij, zonder enige bemerking is goedgekeurd.“

Oordeel Raad van Arbitrage

Het oordeel van de Raad van Arbitrage luidt dat in het geval dat uitsluitend delen van het technisch werk aan de onderaannemer worden opgedragen, in beginsel niet kan worden volstaan met “een enkele bepaling die niet (veel) meer zegt dan dat de hoofaannemer en onderaannemer dezelfde rechten en verplichtingen jegens elkaar hebben als de opdrachtgever en hoofdaannemer” om te concluderen dat er sprake is van een back-to-back regeling.

Verder oordeelt de Raad van Arbitrage dat indien de gemeente de verplichtingen één op één had willen doorleggen, zij uitdrukkelijk en specifiek had dienen aan te geven welke bepalingen back-to-back door werden gecontracteerd. De Raad van Arbitrage komt tot het oordeel dat er geen sprake is van een overeengekomen back-to-back regeling tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer.

Thuis Partners tip

De uitspraak van de Raad van Arbitrage laat zien dat er niet zonder meer sprake is van een back-to-back overeenkomst. In het onderhavige geschil komt de Raad van Arbitrage tot de conclusie dat het opnemen van één standaard bepaling niet voldoende is. Het is van belang voldoende aandacht te besteden aan het doorleggen van verplichtingen aan de onderaannemer. De hoofdaannemer loopt aanzienlijke (financiële) risico’s bij het onvoldoende uitdrukkelijk doorleggen van de specifieke wensen en eisen van de opdrachtgever.

Uit de uitspraak van de Raad van Arbitrage volgt dat het van belang is bij back-to-back contracteren ermee rekening te houden dat:

  • niet kan worden volstaan met een enkele bepaling dat partijen dezelfde rechten en verplichtingen hebben als de opdrachtgever en hoofdaannemer;
  • bepalingen uitdrukkelijk en specifiek dienen te worden doorgelegd;
  • partijen over alle relevante documenten dienen te beschikken;
  • de bepalingen uit de onderaannemingsovereenkomst inhoudelijk overeen dienen te komen met de hoofdaannemingsovereenkomst;
  • de contractvorm dient aan te sluiten bij de feitelijke uitvoering; en
  • de rol van de onderaannemer ten opzichte van de hoofdaannemer in het oog dient te worden gehouden.

Twijfelt u over uw (onder)aannemingsovereenkomst of wenst u juridische bijstand bij het opstellen? Neem dan gerust contact op met Thuis Partners Advocaten.

Deze bijdrage werd geschreven door: mr. M.C.G. Nijssen, Sectie Vastgoed en Overheid.
(mnijssen@thuispartners.nl)

 

[1] Raad van Arbitrage 22 februari 2019, nr. 36.154.

Was dit artikel nuttig?

Wij bespreken graag uw persoonlijke situatie tijdens een vrijblijvende kennismaking met een voor uw situatie relevante specialist.

Een van onze adviseurs neemt binnen uiterlijk één werkdag contact met u op om samen een afspraak in te plannen