Ondermijnende criminaliteit en vermenging van de onderwereld en de bovenwereld: het is een maatschappelijk probleem dat steeds vaker aan de orde wordt gesteld. De Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) biedt (lokale) overheden een instrument om een vergunning te weigeren of in te trekken, als daarmee criminele activiteiten worden gefaciliteerd. Om overheden een sterkere informatiepositie te verschaffen, is door de ministers Grapperhaus (van Justitie en Veiligheid) en Dekker (voor Rechtsbescherming) op 12 april 2018 een wetsvoorstel ter uitbreiding van de Wet Bibob ter consultatie aangeboden.
Wet Bibob: hoe zat het ook alweer?
Op grond van de Wet Bibob kan een overheidsorgaan – kort gezegd – een vergunning weigeren of intrekken, als er een ernstig gevaar bestaat dat deze wordt gebruikt voor criminele activiteiten. Om dezelfde reden kan een bestuursorgaan besluiten om af te zien om met een bepaalde partij te contracteren, een opdracht niet aan te besteden of een subsidie te weigeren. Het overheidsorgaan kan daarbij advies vragen aan het Landelijk Bureau Bibob. Dit Bureau heeft verstrekkende bevoegdheden. Zo kan het onder meer persoonsgegevens opvragen en informatie opvragen bij de Belastingdienst, het OM, de IND, de Arbeidsinspectie of buitenlandse autoriteiten.
Voorstel wijziging Wet Bibob: eigen onderzoek naar derden
Overheden hebben nu al mogelijkheden om – voordat het Bureau om advies wordt gevraagd – eigen onderzoek te verrichten naar een betrokkene. Zij kunnen bijvoorbeeld strafrechtelijke en politiegegevens zelf inzien en het Handelsregister doorzoeken. Ook kunnen eerder door het Bureau uitgebrachte adviezen worden gebruikt. Dat is volgens de regering echter niet genoeg: het is ook van belang een goed beeld te krijgen van de omgeving van de betrokkene. Er kan namelijk sprake zijn van een zogeheten stroman-constructie. Om een beter oordeel te kunnen vormen over de zakelijke omgeving van een betrokkene, krijgen bestuursorganen niet alleen toegang tot justitiële gegevens van de betrokkene zelf, maar ook van een aantal categorieën derden, zoals bestuurders en aandeelhouders.
Uitbreidingen toepassingsbereik Wet Bibob
Naast een uitbreiding van de mogelijkheden om eigen onderzoek te doen, wordt ook het toepassingsbereik van de Wet Bibob verbreed. Waar overheden nu al onderzoek kunnen doen als het gaat om bijvoorbeeld huur of verkoop van panden, wordt dit uitgebreid naar erfpacht: bij het geven van toestemming voor het overgaan van erfpacht, kan de overheid met dit wetsvoorstel eigen onderzoek doen of advies vragen aan het Bureau Bibob, alvorens die toestemming te verlenen.
Ook het toepassingsbereik voor overheidsopdrachten wordt verder uitgebreid. Waar dit nu is beperkt tot de sectoren bouw, ICT en milieu, wil de regering die beperking laten vallen. Als gevolg daarvan zullen ook overheidsopdrachten op het gebied van bijvoorbeeld personenvervoer en de zorg onder de Wet Bibob komen te vallen.
Terughoudendheid bij adviesaanvragen bij het Bureau
Het vragen van advies aan het Bureau is een soms noodzakelijk, maar ook verstrekkend middel. Het Bureau beschikt immers over verdergaande bevoegdheden dan overheden hebben voor het doen van eigen onderzoek. De regering is van mening dat terughoudend moet worden omgegaan met adviesaanvragen, gezien het ingrijpende karakter daarvan. In de praktijk zijn hier al criteria voor ontwikkeld. Deze worden met dit wetsvoorstel in de wet verankerd. Hierbij ligt de nadruk op het doen van eigen onderzoek door het betreffende overheidsorgaan.
Wetsvoorstel: en dan?
Als gezegd: het wetsvoorstel is nu ter consultatie aangeboden. Dit loopt van 12 april tot en met 6 juni 2018. De reacties zullen door de regering worden meegenomen in het uiteindelijke wetsvoorstel, dat wordt aangeboden aan het parlement. Vervolgens zal de hele wetgevingsprocedure worden doorlopen. Het voorstel heeft dus nog een lange weg te gaan, maar is zeker interessant om te blijven volgen.
Deze bijdrage werd geschreven door: mr. Rick Jongen, sectie Vastgoed & Overheid (rjongen@thuispartners.nl)