Beter beschermd tegen de overheid: de Algemene wet bestuursrecht wordt versterkt

10 mei, 2023

Door het kabinet is op 24 januari 2023 het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb (Algemene wet bestuursrecht) voor preconsultatie gepubliceerd. Het wetsvoorstel beoogt de menselijke maat in het bestuursrecht te vergroten en de overheid meer “responsief” te maken om zo het vertrouwen van de burger in de overheid weer te herstellen. Dit mede naar aanleiding van de toeslagenaffaire en het rapport “Ongekend onrecht” in 2020, waaruit werd geconcludeerd dat de overheid meer aandacht moest besteden aan de individuele omstandigheden van de burger. De voorgestelde aanpassingen zijn in allerlei fasen van overheidshandelen relevant en beogen ervoor te zorgen dat het waarborgkarakter van de Awb wordt versterkt. In deze bijdrage worden de belangrijkste aanpassingen uiteengezet.

Motiveringsbeginsel 

Burgers vinden de brieven en besluiten van de overheid vaak onduidelijk gemotiveerd. In de wet staat nu enkel de plicht de motivering te vermelden, maar hier zijn geen verdere eisen aan gesteld. Dit maakt dat de motivering vaak juridisch correct is, maar onbegrijpelijk voor de gewone burger. Het wetsvoorstel beoogt de motiveringsplicht uit te breiden. Het besluit dient volgens het voorstel op een voor belanghebbenden begrijpelijke wijze te worden gemotiveerd. Hoe de motivering eruitziet is dan specifiek afgestemd op de belanghebbende van het betreffende besluit.  

Verlenging bezwaar- en beroepstermijn   

Volgens de regering zijn er gegronde redenen om voor een deel van de bestuursrechtelijke regelingen een langere termijn te hanteren dan de standaardtermijn van zes weken die nu geldt ten aanzien van het indienen van bezwaar of beroep tegen alle besluiten. Het doel hiervan is om mensen met een verminderd doenvermogen wegens persoonlijke omstandigheden ook de kans te geven om tijdig actie te ondernemen. Er wordt voorgesteld om ten aanzien van besluiten waarbij gegronde redenen zijn voor een langere termijn, een termijn van dertien weken in te stellen. Dit zal primair het geval zijn bij besluiten die naar haar verwachting van invloed kunnen zijn op de bestaanszekerheid van mensen of waarbij het doenvermogen van mensen (tijdelijk) verminderd is, sociale zekerheidsbesluiten. Voor de overige besluiten blijft de standaardtermijn van zes weken van kracht.

Tevens wordt er voorgesteld om ruimte te creëren voor verschoonbare termijnoverschrijding als gevolg van persoonlijke omstandigheden. Wanneer een bestuursorgaan oordeelt dat sprake is van bijzondere omstandigheden kan de niet-ontvankelijkverklaring achterwege blijven en zal inhoudelijke behandeling toch plaatsvinden.

De burgerlijke lus  

Dankzij de bestuurlijke lus hebben bestuursorganen de mogelijkheid om tijdens een procedure een gebrek te herstellen. Dit voorstel beoogt een dergelijke mogelijkheid te introduceren voor de burger: de ‘burgerlijke lus’. Hiermee wordt de bestuursrechter de mogelijkheid gegeven om in een tussenuitspraak bewijsvoorlichting te geven en de burger wordt in de gelegenheid gesteld nader bewijs te leveren, om zijn procespositie te versterken. Zo wordt de gelijkheid van krachten tussen overheid en burger in het bestuursrechtelijk geschil vergroot.  

Hoe verder? 

De voorgestelde wetswijziging bevat grootse plannen om de waarborgfunctie van de Awb te versterken en de geschilbeslechting effectiever te maken. Of het voorstel ook daadwerkelijk de eindstreep haalt en of het in de praktijk wezenlijk de positie van de burger zal versterken is een kwestie van geduld.  

Burgers vinden de brieven en besluiten van de overheid vaak onduidelijk gemotiveerd.

Was dit artikel nuttig?

Wij bespreken graag uw persoonlijke situatie tijdens een vrijblijvende kennismaking met een voor uw situatie relevante specialist.

Een van onze adviseurs neemt binnen uiterlijk één werkdag contact met u op om samen een afspraak in te plannen