In 2014 oordeelde het Hof van Justitie over het recht om vergeten te worden, wat tot gevolg had dat zoekmachines als Google en Bing kunnen worden veroordeeld tot verwijdering van bepaalde resultaten van zoekopdrachten. Recent vorderde een berispte chirurg met succes in rechte dat Google zoekresultaten verwijderde uit haar zoekmachine. Robert Janssen vertelt u er meer over. Het is –naar mijn weten- voor het eerst dat een rechter uitspraak doet in het medisch recht inzake het ‘recht om vergeten te worden’, dat inhoudt dat onjuiste of verouderde informatie niet meer gezien mag worden.
Casus
Wat was er aan de hand? Een arts was als gevolg van meerdere fouten betreffende de nazorg van een door haar geopereerde patiënt, veroordeeld tot tijdelijke schorsing uit het BIG-register door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. In hoger beroep is deze veroordeling door het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vernietigd en is aan de arts een voorwaardelijke schorsing opgelegd. Indien de naam van de arts in Google werd ingetoetst, dan verschenen websites als zwartelijstartsen.nl en/of sin-nl.org. De arts verzocht Google met klem deze zoekresultaten te verwijderen, omdat zij hiervan hinder onderving zowel privé als zakelijk. De arts stapte uiteindelijk naar de rechter, omdat zowel Google als de AP haar verzoek afwezen.
De arts deed met succes een beroep op het recht om vergeten te worden, hetgeen werd toegewezen (artikel 17 AVG). Google stelde weliswaar dat de informatie relevant was voor het publiek om zo eenvoudig informatie te vinden over de arts, maar de rechtbank was van mening dat het privacyrecht van de arts zwaarder woog dan het recht op informatievrijheid. Bij die belangenafweging speelde een rol:
- dat de wetgever in de wet BIG een uitgekiend wettelijk systeem heeft vastgelegd om bekendheid te geven aan beroepsbeoefenaren die een (voorwaardelijke) tuchtrechtelijke maatregel opgelegd hebben gekregen. Dit betreft het BIG-register waarin vrij eenvoudig kan worden gezocht op de naam van de zorgverlener teneinde te achterhalen of aan deze een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd;
- dat het begrip “zwarte lijst” een negatieve betekenis heeft en de daaraan verbonden website niet representatief en daarmee geen betrouwbare bron van informatie is.
Kortom:
Het belang van de arts dat niet iedere keer dat iemand haar volledige naam invoert in de zoekmachine van Google (vrijwel) meteen de vermelding van haar naam op de ‘ zwarte lijst artsen ’ verschijnt, weegt zwaarder dan het belang van het publiek om via die manier te achterhalen dat aan de arts een tuchtmaatregel is opgelegd. (Potentiële) patiënten c.q. het publiek kunnen dergelijke informatie, indien gewenst, immers vrij eenvoudig achterhalen middels raadpleging van het officiële BIG-register.
Conclusie
De hierboven besproken uitspraak is belangrijk voor zorgverleners. Artsen hoeven niet langer te accepteren dat zij middels tussenkomst van zoekmachines zoals Google via allerlei obscure websites en/of niet-officiële zwarte lijsten in verband worden gebracht met beslissingen van het tuchtcollege indien zij daardoor substantiële, bovenmatige hinder ondervinden. Dit laatste zal naar mijn mening, in het digitale tijdperk waarin we leven, al snel het geval zijn.
Dit is een bijdrage van mr. Robert Janssen (rjanssen@thuispartners.nl)