Het gerechtshof Den Haag heeft op 7 september 2016 een uitspraak over de leges voor een omgevingsvergunning voor bouwen gedaan die veel stof heeft doen opwaaien, zeker binnen gemeenten. Met het arrest van de Hoge Raad van 30 juni 2017 is de rust echter wedergekeerd: de Hoge Raad is van oordeel dat het systeem van leges naar een vast bedrag per bouwkostenklassen, het zogenoemde zaagtandtarief, is toegestaan.
Wat was er aan de hand?
De belanghebbende in kwestie heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van acht vrijstaande woningen. De geschatte bouwkosten bedragen 1.375.000 euro. Daarnaast is een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van 21 eengezinswoningen met een geschatte bouwsom van 1.875.000 euro. Aan de hand van de legesverordening en de daarin opgenomen tarieventabel berekent de gemeente Rotterdam vervolgens de legeskosten, waarbij een vast bedrag aan leges per categorie bouwkosten wordt gehanteerd.
Hof: zaagtandtarief is willekeurig en onredelijk
Het gevolg van dit systeem is dat een overschrijding van een tariefklasse met 0,01 euro leidt tot een stijging van de verschuldigde leges, die naar het oordeel van het hof willekeurig en onredelijk is. Het hof illustreert dit met een voorbeeld: bij een bouwsom van 15.400,00 euro bedragen de leges 619 euro, terwijl bij een bouwsom van 15.400,01 euro de leges meer dan verdubbelen naar een bedrag van 1.425 euro. Volgens het hof heeft de wetgever een dergelijke willekeurige en onredelijke legesheffing niet op het oog gehad. Daarom moet aan dit onderdeel van de Tarieventabel verbindende kracht worden ontzegd.
Hoge Raad staat zaagtandtarief toe
De Hoge Raad komt echter tot een ander oordeel. Hij stelt voorop dat de gemeente, behoudens het verbod op het hanteren van draagkracht als verdelingsmaatstaf en met inachtneming van de in de wet opgenomen beperkingen, de vrijheid heeft zelf een heffingsmaatstaf te kiezen voor de gemeentelijke belastingen en rechten. Het staat de gemeente vrij die heffingsmaatstaven op te nemen die zich het beste verstaan met het gemeentelijke beleid en de plaatselijke praktijk van belastingheffing. De hoogte van leges mag afhankelijk worden gemaakt van de bouwsom, maar kan ook op een andere wijze worden bepaald.
Ook in dit geval hecht de Hoge Raad veel waarde aan die vrijheid en waakt hij ervoor op de stoel van de gemeentelijke wetgever te gaan zitten. Volgens de Hoge Raad is een zaagtandtarief niet in strijd met de wet of met enig algemeen rechtsbeginsel, zoals het gelijkheidsbeginsel. Het zaagtandtarief is daarom volgens de Hoge Raad toegestaan.
Deze bijdrage werd geschreven door: mr. Rick Jongen, sectie Vastgoed & Overheid (rjongen@thuispartners.nl)