Wanneer de onderneming slecht draait of in tijden van crises –zeker in deze coronacrisis- kunnen ondernemers vaak de neiging niet onderdrukken om te gaan “slepen” met hun aangifteverplichtingen. Daar bedoel ik mee dat in de aangiften omzetbelasting en loonbelasting lagere bedragen worden opgenomen dan uit de administratie naar voren is gekomen. Die neiging is een natuurlijke reactie van de ondernemer. Daarvoor is echter geen aanleiding nu de Belastingdienst ruimhartig bijzonder uitstel van betaling verleent tegen een zeer lage invorderingsrente. Onder het motto “cash is king” probeert de ondernemer evenwel met alle middelen de acute betalingsverplichtingen te verminderen. Op meerdere gronden is dit een foute handelswijze die op termijn tot nare gevolgen kan leiden. Hierna volgt een korte uiteenzetting waarom toch -vooral ook in deze tijd- op de juiste wijze belastingaangiften moeten worden ingediend.
Het opzettelijk doen van een valse aangifte is een misdrijf: art. 69, lid 2, van de AWR
Indien uit de administratie blijkt dat een bepaald bedrag aan omzetbelasting of loonbelasting is verschuldigd en het besluit wordt genomen dit bedrag niet te vermelden in het betreffende aangiftebiljet, wordt opzettelijk een valse aangifte samengesteld en ingediend. De maximale straf die hierop staat is niet mals: maximaal zes jaar gevangenisstraf en maximaal één maal het bedrag van de ontdoken belasting. Wees ervan bewust dat een strafvervolging pas na 12 jaar verjaart.
Naheffingsaanslag ter correctie van te weinig afgedragen belastingen
De Belastingdienst kan tot vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin te weinig belastingen zijn afgedragen, de te weinig afgedragen belastingen naheffen. Het nageheven bedrag zal worden verhoogd met belastingrente en een bestuurlijke boete van maximaal 100% van de nageheven belastingen. Indien de combinatie van belastingrente en bestuurlijke boete economisch al wordt aangemerkt als “te betalen rente” voor genoten uitstel van betaling van belastingen, is dit een extreem dure vorm van financieren en derhalve altijd af te raden.
Ten overvloede merk ik nog op dat een combinatie van een strafrechtelijke vervolging (zie ad 1 hiervoor) en een naheffing (zonder bestuurlijke boete maar wel met belastingrente) ook tot de mogelijkheden behoort.
Bestuurdersaansprakelijkheid: art. 36 van de Invorderingswet
Indien u zelf een suppletieaangifte doet of u ontvangt een naheffingsaanslag omdat u eerder te lage bedragen heeft aangegeven en u kunt de nageheven belasting niet voldoen, loopt u gerede kans dat u in privé daarvoor aansprakelijk zult worden gesteld op grond van de hiervoor genoemde bepaling. Nu de alsnog verschuldigde belastingen te wijten zijn aan opzet of grove schuld van uw B.V. kunt u niet meer tijdig en dus niet meer rechtsgeldig betalingsonmacht melden. Aansprakelijkheid in privé is, in beginsel, dan een gegeven. U kunt in beginsel aansprakelijk worden gesteld tot vijf jaar na de datum waarop de naheffingsaanslag is opgelegd.
Ten overvloede merk ik nog op dat een combinatie van strafrechtelijke aansprakelijkheid (zie ad 1 hiervoor) en een bestuurdersaansprakelijkheid ook tot de mogelijkheden behoort.
Advies
Op grond van de voormelde inventarisatie van risico’s blijft er slechts één advies over:
doe onder álle omstandigheden uw aangiften loonbelasting en omzetbelasting tot op het juiste bedrag.
Indien u het verschuldigde bedrag niet kunt voldoen, verzoek dan tijdig en gemotiveerd om bijzonder uitstel van betaling. Vanwege de extreme omvang van de huidige crisis is het toetsingskader voor het verlenen van uitstel van betaling aanzienlijk opgerekt waardoor gedocumenteerde verzoeken vrijwel altijd zullen worden ingewilligd.
Mr. Eugène Rosier
Advocaat-belastingkundige
erosier@thuispartners.nl