Kennelijk is dit een vraag die te weinig wordt gesteld door partners die willen gaan scheiden. Uit een evaluatie van de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding is gebleken dat er weinig gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die de wet biedt. Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) wil daarom dat er nieuwe regels komen voor de verdeling van pensioenen bij scheiding.
In de huidige wet is geregeld dat ouderdomspensioen, dat tijdens huwelijk of geregistreerd partnerschap is opgebouwd, wordt verdeeld tussen beide partners. In de huwelijksvoorwaarden of het echtscheidingsconvenant kan worden afgesproken dat van pensioenverevening wordt afgezien. Ook kunnen ex-partners er voor kiezen af te wijken van deze standaardverdeling door een andere periode te kiezen – korter of langer dan de duur van het huwelijk – of een andere verdeling dan 50/50 af te spreken. Verder kan er voor worden gekozen om het ouderdomspensioen onvoorwaardelijk te splitsen (conversie).
De standaard verdeelmethode is op dit moment verevening. Bij verevening krijgt de partner die niet zelf het pensioen heeft opgebouwd, de verdelingsgerechtigde, slechts een voorwaardelijk recht op (een deel van) het ouderdomspensioen van de ander. Uitbetaling daarvan is afhankelijk van het in leven zijn van de pensioengerechtigde op de ingangsdatum van het pensioen. Komt de pensioengerechtigde voor die datum te overlijden, dan ontvangt de ex-partner dus niets van dat ouderdomspensioen.
Daarnaast is de ex-partner afhankelijk van de keuzes die de pensioengerechtigde maakt, bijvoorbeeld met betrekking tot de ingangsdatum van het pensioen. De stijging van de AOW-leeftijd heeft tot gevolg dat de impact van de afhankelijkheid van die keuzes van de pensioengerechtigde groter wordt als er sprake is van een leeftijdsverschil. De AOW-leeftijd is immers niet meer voor iedereen hetzelfde. Verevend pensioen kan hierdoor nog eerder of later uitgekeerd worden dan de verdelingsgerechtigde zelf wenselijk vindt.
Een voorbeeld. Hub is getrouwd met de 9 jaar jongere Ans. Beiden hebben tijdens het huwelijk gewerkt en pensioen opgebouwd. Hub en Ans scheidden in 2005 toen hij 55 was en zij 46 jaar. Zij kozen voor verevening, omdat dit eenvoudig te regelen was. Ze hoefden alleen maar twee formulieren in te vullen en naar beide pensioenuitvoerders te sturen. Hub gaat op zijn 65e met pensioen, waardoor Ans op haar 56e jaar een deel van het pensioen van Hub krijgt. Ans moet hier belasting over betalen tegen het progressieve tarief. Zij heeft haar aandeel in het pensioen van Hub op dat moment niet echt nodig. Uitkering vanaf de ingangsdatum van haar eigen pensioen zou voor Ans gunstiger zijn. Hub kan zijn aandeel in het door Ans opgebouwde pensioen juist goed gebruiken om zijn door pensioenverevening verlaagde inkomen aan te vullen. Hij moet echter wachten tot Ans 67 jaar en 6 maanden is, voordat hij zijn aandeel in het door haar opgebouwde pensioen tegemoet kan zien. Zelf is hij dan 76 jaar.
Bij conversie wordt de pensioenband tussen ex-partners definitief verbroken. De ex-partner/verdelingsgerechtigde krijgt een zelfstandige aanspraak op ouderdomspensioen, die voor de uitbetaling niet langer afhankelijk is van het in leven zijn van de pensioengerechtigde. Omdat er sprake is van een eigen recht, kan de verdelingsgerechtigde bovendien zelf kiezen wanneer het pensioen ingaat. Beide ex-partners worden hierdoor beter in staat gesteld een eigen financiële planning te maken. Het wetsvoorstel regelt dat conversie voortaan de standaard manier van verdelen wordt.
Aan conversie kunnen echter ook nadelen verbonden zijn. Zo krijgt de ex-partner van wie het pensioen is verevend de rechten op pensioen terug als de andere ex-partner overlijdt. Na conversie is dat niet het geval.
Overlijdt de pensioengerechtigde, dan zou zonder conversie de ex-partner mogelijk partnerpensioen krijgen uitgekeerd. Na conversie is dat niet meer zo.
Ook is de hoogte van het geconverteerde pensioen niet hetzelfde als de hoogte van het recht dat wordt verkregen op basis van verevening van ouderdomspensioen en eventueel partnerpensioen. De pensioenuitvoerder zal namelijk de pensioenrechten afstemmen op de leeftijd en soms nog het geslacht van de andere ex-partner.
Het blijft daarom belangrijk om u goed te laten voorlichten over de verschillende mogelijkheden op het gebied van pensioenverdeling en de consequenties daarvan voor uw individuele situatie.
De minister laat het overigens niet bij een voorstel om de verdelingsmethode te wijzigen. Ook de uitbetaling moet anders. De verdelingsgerechtigde moet nu nog binnen 2 jaar zelf aan de pensioenuitvoerder doorgeven hoe er moet worden verdeeld. De pensioenuitvoerder regelt dan de uitbetaling. Krijgt de pensioenuitvoerder niet tijdig bericht, dan moet de verdelingsgerechtigde bij de ex-partner aankloppen. Het wetsvoorstel draait deze systematiek om: de pensioenuitvoerder dient na de scheiding automatisch tot verdeling van het ouderdomspensioen over te gaan door middel van conversie, tenzij de ex-partners aangeven dat zij de verdeling niet willen of andere afspraken hebben gemaakt.