Van de Belastingprofessional, het Openbaar Ministerie en het tuchtrecht

28 maart, 2019

1. Inleiding

De accountant of belastingadviseur (hierna: de belastingprofessional) lopen bepaalde beroepsrisico’s wanneer zij cliënten begeleiden bij het nakomen van de fiscale verplichtingen van die cliënten. Eén van die risico’s is dat het Openbaar Ministerie (hierna: OM) een tuchtklacht tegen de belastingprofessional indient. Deze opvallende actie van het OM komt steeds vaker voor. Soms in de plaats van een strafrechtelijke vervolging, soms als aanvulling op een strafrechtelijke vervolging. Er hebben zich recent een aantal ontwikkelingen voorgedaan die in deze bijdrage aan de orde zullen worden gesteld.

2. Wat is tuchtrecht?

Tuchtrecht bevat regels en voorschriften waaraan een bepaalde beroepsgroep zich dient te houden bij de uitoefening van haar beroep. Het beroep van accountant (RA/AA) die tevens lid zijn van de NBA, is wettelijk geregeld. Hun tuchtrecht is ook wettelijk verankerd. Het beroep van belastingadviseur is evenwel niet wettelijk geregeld. Een belastingadviseur kan er voor kiezen om lid te worden van een beroepsorganisatie (NOB/RB). Alsdan valt die belastingadviseur onder het tuchtrecht van de NOB/RB. De belastingprofessional wiens beroep niet wettelijk is geregeld en niet is aangesloten bij een beroepsorganisatie, valt dus niet onder het tuchtrecht.

3. Aanvang procedure, doel, normen, sancties en samenloop

Een tuchtrechtelijke procedure vangt aan met een klacht. Meestal betreft het hier een (voormalige) cliënt van de belastingprofessional die ontevreden is over de verleende diensten. Het staat evenwel vast dat het OM ook mag klagen. Klagen is een onderdeel van de opdracht die het OM vervult en het meeste tuchtrecht biedt het OM ook de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Centraal staat immers de beroepsuitoefening van de belastingprofessional en niet de klager! De procedures kunnen meestal in twee instanties worden doorlopen en zijn meestal informeel van aard. Het doel van het tuchtecht is de beroepsuitoefening van de betreffende beroepsgroep op een hoog niveau te houden: kwaliteit en integriteit. Dat blijkt ook uit de sancties die kunnen worden uitgesproken: van waarschuwingen en tijdelijke schorsingen om het beroep te mogen uitoefenen, tot een definitief verbod tot beroepsuitoefening.

Zoals aangegeven kan er een samenloop ontstaan tussen een strafrechtelijke en tuchtrechtelijke vervolging indien de procedures gelijktijdig worden opgestart. De betrokken belastingprofessional komt dan in een lastig parket te zitten waarbij de fundamentele rechten van de verdediging in een strafrechtelijke vervolging op de tocht komen te staan. Bij een tuchtrechtelijke vervolging zal de professional zich immers actief moeten verantwoorden terwijl in een strafrechtelijke vervolging de professional in beginsel het zwijgrecht toekomt. Een tuchtrechtelijke procedure en een strafrechtelijke vervolging worden op dit moment (nog) niet gezien als een dubbele bestraffing. Dat is natuurlijk moeilijk uit te leggen aan de belastingprofessional die dit overkomt!

4. Recente jurisprudentie van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB)

Het CBB is de hoger beroepsinstantie van de accountantskamer in Zwolle alwaar alle klachten tegen accountants in eerste instantie in behandeling worden genomen. Het CBB heeft eerder al beslist dat er strak de hand moet worden gehouden aan de verjaringstermijn van 3 jaar als genoemd in art. 22, lid 2, van de Wet tuchtrechtspraak accountants (zie ECLI:NL:CBB:2017:479). Wanneer er bij OM, FIOD of Belastingdienst aanwezig is van handelen wetenschap is van klachtwaardig handelen, begint de termijn te lopen. Overschrijding van die termijn leidt tot nietigheid van de klacht.

Voorts heeft het CBB onlangs geoordeeld dat het indienen van een klacht door het OM als een zwaar middel moet worden beschouwd (zie ECLI:NL:CBB:2019:26). Mitsdien mag, volgens het CBB, van het OM worden geëist dat op een zorgvuldige wijze objectief en gedegen onderzoek wordt verricht voordat besloten wordt tot het indienen van een klacht. Uit verricht onderzoek moeten er serieuze aanwijzingen voortvloeien dat tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld.[1]

5. Afronding

Het OM dient dus voorafgaand aan het indienen van een tuchtklacht tegen een belastingprofessional deugdelijk onderzoek te verrichten. Het OM kan niet “zo maar” een tuchtklacht indienen in het geval dat bijvoorbeeld een strafvervolging om wat voor reden dan ook, niet opportuun is. Dat is een terechte eis gezien de impact die een tuchtklacht op de belastingprofessional heeft of kan hebben.

Deze bijdrage is geschreven door mr. Eugène Rosier (Advocaat-belastingkundige, sectie fiscale advocatuur; erosier@thuispartners.nl).

[1] ECLI:NL:CBB:2019:26

Was dit artikel nuttig?

Wij bespreken graag uw persoonlijke situatie tijdens een vrijblijvende kennismaking met een voor uw situatie relevante specialist.

Een van onze adviseurs neemt binnen uiterlijk één werkdag contact met u op om samen een afspraak in te plannen